Tuesday, July 27, 2010

Secchetti: pizza en ijs

Als we, na een vakantie in Italië, terug zijn in Nederland hebben we de eerste dagen altijd nog trek in de Italiaanse keuken, maar nog geen zin om zelf te gaan kokkerellen, dus zoeken we de italiaanse restaurants in Amsterdam op, totdat we weer helemaal geacclimatiseerd zijn.
Bij onze terugkomst uit Friuli valt ons een nieuw restaurantje op, precies op de hoek van de Ten Katestraat en de Bellamystraat. Secchetti Pizza en ijs staat er op de ramen. Daar moeten we snel maar eens gaan proeven.
Zoekend op internet valt op dat Iens nog niets weet, er geen webzijde met de naam secchetti.nl is, maar wel een facebook pagina.
Dus de volgende dag gaan we aan de houten picknicktafels op de stoep voor Secchetti zitten.
We zijn niet eens zo vroeg, maar toch nog te vroeg, want de schoonmakers van de TenKatemarkt zijn nog bezig met hun grote stofzuigers op wieltjes. Volgende keer nog iets later gaan of op zondag, want dan is er geen markt.
Het draait hier voornamelijk om de pizza en ijs, dus het aantal voorgerechten is beperkt. Een paar verschillende salades. We komen natuurlijk voor de pizza en het ijs, maar voor deze blog hebben we toch één salade samen opgegeten. En die smaakte prima.
Daarna de pizza, de kaart is beperkt, maar toch voldoende keuze uit verschillende pizze. De eerste keer bij een pizzeria kies ik altijd voor de pizza met de pikante salami, dus bestel ik deze. De pizza is prima, de bodem is niet te dun en niet te dik. Goed gebakken in de houtoven en de ingrediënten smaken lekker. Helemaal niets op aan te merken. En mocht je nog wat smaak toe willen voegen, op elke tafel staat een flesje olijfolie met rode pepertjes en die is behoorlijk pittig. Ook de wijnkaart is klein maar fijn. Niet al teveel verschillende wijnen, maar voldoende keuze tussen rood, wit, rosé en bubbeltjes.
Daarna de toetjes, het is lekker weer dus de tiramisu bewaar ik voor de volgende keer. Nu neem ik een bolletje ijs en limoncello. Een lekker fris toetje met een stevige smaak van de alcohol. Gelukkig hoeven we niet ver terug te wandelen.
Conclusie: eenvoudige pizzeria, maar echt de moeite waard om vaker heen te gaan.
Prijs: 1 voorgerecht, 2 pizze, 2 toetjes, 1 fles wijn, alles bij elkaar 65 euri. Zeker niet duur. Als je geen wijn neemt, maar bv. een biertje is het zelfs goedkoop te noemen.

Sunday, July 25, 2010

Friuli. Dag 17. Op weg naar huis 2. Amsterdam.

Zo dan zit de vakantie er nu echt op. Na nog een dagje luieren in Bolzano is het tijd om naar Amsterdam te rijden. Bolzano is echt een prima plekje om nog even te genieten van de vakantie. Een mooie stad, autovrij wandelgebied in het centrum, een mooi plein met veel terrasjes waar de aperitiefjes en de ijscoupes prima smaken en waar altijd nog wel een leuke fontein is te vinden.




















In ons laatste hotel tijdens deze vakantie (Hotel Regina) kunnen we mooi op tijd ontbijten en omdat de auto recht tegenover het hotel geparkeerd staat, kost het weinig tijd om op weg te gaan. Alleen heeft de auto meer dan een dag in de schaduw van een boom gestaan en er is geen plekje op de auto te vinden dat niet plakt. Nadat de ruitenwissers de voor- en achterruit weer enigszins doorzichtig hebben gemaakt, gaan we op weg. Binnen een paar minuten rijden we al op de snelweg richting de Brenner. Dat schiet lekker op. Ook de Brenner is op deze rustige zondagochtend zo stil dat we alleen maar even stil staan bij het betalen van de tol. Maar met de creditkaart gaat dat heel snel, er wordt vast niet gekeken of je creditkaart wel klopt.
En dan begint, zo ongeveer direct na de Oostenrijkse grens, de ellende. Het lijkt wel of heel Oostenrijk onder de douche gaat. Het regent stevig door, de maximum snelheid is nog maar 100 km/h en soms halen we die snelheid niet eens. Het grote voordeel is wel dat de auto weer helemaal schoongespoeld wordt, en dat is ook wat waard.
Bij de Duitse grens is het plotseling weer droog en we schieten redelijk op. Op zondag staan bijna alle vrachtauto's stil op de parkeerplaatsen en op de autobahn kun je dan lekker doorrijden. Alhoewel, daar rijden natuurlijk nog wel caravans rond en sommige automobilisten lijken zo ongeveer in slaap gevallen te zijn. Misschien moeten ze de caravans ook maar een rijverbod op de zondag geven.
Maar dan in de buurt van Wurzberg is het gedaan met de snelheid. Er wordt hier flink gewerkt aan de weg en dat betekent dat we kilometers lang met een sukkelgangetje voort bewegen. Daarna is er eindelijk weer ruimte en op de 4 rijstroken richting Frankfurt rijden we een tijdje dik 150 km/u om zo nog wat verloren tijd in te halen. Echt veel tijd haal je op deze manier ook weer niet in en omdat er na Frankfurt niet veel meer gebeurt rijden we rond 20.30 Amsterdam in. We hebben 1111 km in 12,5 uur gereden.
Tijdens deze vakantie in Friuli heeft onze Yaris 3650 km afgelegd en met een gemiddelde gebruik van 1:17,5 (5,7 l per 100 km) is dat zeker niet slecht. Nu nog een dagje uitrusten en dan aan de volgende vakantie gaan denken.

Saturday, July 24, 2010

Friuli. Dag 16. Op weg naar huis 1. Bolzano.

En zo zijn we, ongemerkt toch weer aan het eind van onze vakantie gekomen. Maar we hebben een gelukje, de afstand Triëst - Amsterdam is ongeveer 1400 km en dat is teveel om dat op een nog redelijke leuke manier in één dag te doen, dus plannen we een halte in onze reis. En deze halte is Bolzano. Vorig jaar zijn we hier ook al in de buurt geweest en dat was toen leuk genoeg om nog een keertje te doen.
Vandaag dus de route van Triëst naar Bolzano. Er zijn twee verschillende routes, de ene is voornamelijk via de snelweg langs Venetië en Verona en over de 420 km doe je dan ongeveer 4.5 uur. Nadeel is dat je voor je gevoel een flinke omweg maakt. De tweede route is, min of meer de rechtstreekse route en bedraagt 300 km en daar heb je dan 6 uur voor nodig. Dat gevoel van een omweg klopt wel en we kiezen dan ook voor de tweede route.

Het lijkt erop dat we alle tijd hebben, dus doen we rustig aan. We halen eerst de auto op bij de jachthaven San Giusto, drinken nog een espresso samen met captain Italo en we rijden terug naar het hotel om de tassen en de wijn op te halen en dan op naar Bolzano. Dit keer letten nu natuurlijk extra goed op of we nog agenten zien van de snelheidscontrole, maar vandaag zijn ze waarschijnlijk thuis gebleven.
Het eerste stuk van de route doen we nog via de snelweg, anders zou het wel eens een hele lange dag kunnen worden, maar zo tegen de middag verlaten we de snelweg en gaan verder via de secundaire wegen. Dat komt goed uit, want dan kunnen we ook eens kijken of er ergens nog wat te eten valt. Voordat we zelf gaan eten moeten we onze Yaris ook maar wat te eten geven, dus gaan we op zoek naar een benzinepomp. En dan is het toch elke keer weer een verrassing dat de pompen hier tussen de middag gesloten zijn. Maar gelukkig zijn er nu ook voldoende pompen waar je kunt betalen met wat plastic kaartjes, maar dat blijkt dan alleen weer voor italiaanse bankpasjes te werken. Bij de derde pomp leek het te werken, maar uiteindelijk ook weer niet, dus weer op weg naar de volgende. Bij de eerste hobbel in de weg, horen we gerammel achter ons en in mijn spiegel zie ik de tankdop vrolijk aan zijn plastic draadje heen en weer slingeren. Maar dan gelukkig een benzinepomp waar je de automaat kunt vullen met contant geld. Wel van te voren geld erin stoppen en ik gok maar dat 30 euro benzine wel moet passen. Zo de tank is weer bijna vol en volgend jaar er maar weer aan denken dat je hier voor 12 uur altijd even moet tanken.
Na onze lunch in de wereldstad Longarone, gaan we verder richting Bolzano en we blijken in het laatste stuk van de route nog wat bergpasjes over te moeten, we gaan proberen de tel bij te houden van de haarspeldbochten. Het tellen valt overigens helemaal niet mee, maar gelukkig zijn de haarspeldbochten genummerd, dan hoef je alleen maar het aantal te onthouden. Dus na ongeveer 30 haarspeldbochten zijn we op het hoogste punt van de Falzarego-pas aangekomen.

En ongeveer 30 haarspeldbochten verder staan we aan de voet van de Pordoi-pas, waar we 30 bochtjes later ook weer bovenaan staan. Toch wel makkelijk die borden. s.l.m. betekent overigens sul livello di mare (onze Nap dus), maar dat had iedereen natuurlijk al begrepen.


Zo boven de 2000 meter is de temperatuur wel wat lager, we blijven dan ook meestel lekker in de auto zitten.
Wel levert het mooie plaatjes op.


Uiteindelijk arriveren we toch in Bolzano, de teller staat op 115 haarspeldbochten en gelukkig zijn we morgen de hele dag in Bolzano en rijden pas een dag later verder naar Amsterdam.




Sunday, July 18, 2010

Friuli, Dag 15. Koffiebranderij Inpunto.

Ik was nog nooit in een koffiebranderij geweest, maar vandaag is daar verandering ingekomen. We mogen vandaag een kijkje nemen bij de koffieproducent Inpunto. We worden verwacht op een vreselijk vroeg tijdstip, maar als we daar dan om 10 uur op de stoep staan, zal hopelijk de koffie wel klaar zijn.
Die koffie valt een beetje tegen, want voordat we aan de koffie kunnen worden we eerst verwelkomd door broer en zus Alfredo en Arianna Pettorosso en daarna krijgen we een rondleiding door de grote, bijna lege fabriekshal. De hal is zeker op de groei gekocht, want slechts ongeveer de helft van de ruimte is in gebruik.
Die helft wordt dan gebruikt door de silo waarin verschillende soorten koffie kunnen worden opgeslagen. Het belangrijkste onderdeel, de brander zelf, staat tussen silo's voor de ongebrande koffiebonen en de gebrande bonen in. Per keer kan er ongeveer 35 kilo bonen worden gebrand. Natuurlijk staat er ook nog de, wat groot uitgevallen koffiemolen, maar deze wordt niet heel erg veel gebruikt. De meeste koffie gaat hier ongemalen de fabriek uit, want de beste koffie maak je als je pas op het laatste moment de bonen maalt. Wat mij in ieder geval opvalt is dat de ruimte netjes en overzichtelijk is ingedeeld, iemand heeft er over nagedacht voordat alles werd geïnstalleerd.


Aan het eind van de rondleiding komen we eindelijk in het hoekje van de hal uit waar de koffie geproefd kan worden. Maar dat gaat zo maar niet, eerst moeten de bonen op de foto worden gezet.


En daarna moeten de bonen gemalen worden en voor een kopje perfecte espresso heb je 7 gram koffie nodig. En omdat we met z'n tweeën zijn, wordt er exact 14,0 gram afgewogen.

De machine is bij Alfredo in goede handen en eindelijk kunnen we genieten van een koje koffie. We moeten twee soorten proeven en de tweede soort is het lekkerst met suiker. Alfredo doet ongeveer het hele zakje suiker in mijn kopje en dat vind ik wat te veel, dus nemen we nog een kopje, maar nu met wat minder suiker. En eerlijk is eerlijk, deze, inmiddels derde kop koffie, smaakt met wat suikerkorrels inderdaad heel erg lekker. Na zoveel koppen koffie blijven we de hele dag klaar wakker en hopelijk vallen we vanavond nog wel in slaap.

Een laatste blik op het pand van Inpunto en dan rijden we klaar wakker terug naar Triëst.

Saturday, July 17, 2010

Friuli. Dag 14. Opnieuw een kijkje in de keuken.

Ook hier in Triëst gaan we weer op zoek naar de producenten van al die lekkere producten die je bijna overal in Italië kunt eten. En we proppen bijna alle bezoekjes in één dag, dan hoeven we ons vandaag in ieder geval niet te vervelen.
We beginnen bij een kaasboer. Een onverhard weggetje leidt ons, vanaf een al redelijk verlaten weg  naar de kaasboerderij van Dario en Sandra Zidaric. Hier is Italië zo smal, dat je in het achterland van Triëst al heel snel in de buurt van Slovenië bent. Misschien zijn we vandaag wel ongemerkt een paar keer de grens over gestoken, maar dat weten we niet zeker. Ook vandaag hebben we namelijk ChiaraChiara bij ons, i.p.v. onze Eva.
In een kleine ruimte wordt de melk omgetoverd in lekkere kazen. De kazen liggen hiernaast al te rijpen, maar worden ook in ondergrondse grotten te rijpen gelegd. Ook hier zijn we er net toevallig als de ricotta wordt gemaakt, wel gaat het hier wat minder hygiënisch als bij de latteria in Ovaro. We hoeven gelukkig in ieder geval geen plastic jassen, mutsen en schoenovertrekken aan en dat is wel zo prettig met de temperatuur van vandaag, die lekker in de buurt van de 25° uitkomt.


De ricotta is nog te vers om te proeven, maar gelukkig zijn de andere kaasjes wel proefbaar.


Dario koopt de melk niet bij de boeren in de buurt, maar hij produceert de melk zelf met de hulp van de koeien. De koeien staan al op stal, omdat ze dan niet in de volle zon hoeven te staan. Dario heeft echte melkmachines rondlopen, dus het zijn allemaal Frieze zwartbonte koeien. Zelf de volautomatische melkmachine komt uit Nederland. Ik voel me helemaal thuis!

Vlak bij deze kaasboer is ook de wijnboerderij van Skerk, dus daar gaan we ook even kijken. Inmiddels zijn we bij zoveel wijnboeren langs geweest dat we weten dat het wijnmaken overal ongeveer opdezelfde manier gaat. Grote roestvrijstalen tanks waarin de wijn wordt gefermenteerd en grote en kleine houten vaten waarin de wijn wordt gerijpt.

Maar bij Skerk is er toch weer iets speciaals. De kelder is namelijk uitgehakt in de rotsen en op een aantal plaatsen is dat gewoon te zien. Het levert in ieder geval een paar leuke plaatjes op en het lijkt erop dat in deze semi-natuurlijke kelder de omstandigheden heel goed zijn om de wijn extra lekker te maken.

En dat mogen we gelukkig meteen even controleren.

Dat was de kaas en de wijn voor vandaag, dan houden we nog over de olijfolie. Hier in de buurt van Triëst, in Muggia, heeft Gioacchino Fior Rosso bovenop een heuvel een, ogenschijnlijk onbruikbaar stuk land omgetoverd in een olijfboomgaard. De wind heeft hier de rol van de bijen overgenomen, dus we kunnen veilig de nog zo jonge boompjes bekijken. De boompjes staan netjes verspreid over het land en niet te dicht bij elkaar, want dat zou de kwaliteit van de uiteindelijke olijfolie alleen maar negatief beïnvloeden.

Inderdaad ogenschijnlijk onbruikbaar, want met wat mechanische hulp, lukt het om hier elk jaar voldoende olijven te oogsten voor een productie van een paar duizend liters olijfolie. En dat is nu, want de boompjes zijn nog niet in de kracht van hun leven.

Je hebt hier wel een prachtig uitzicht op de heuvels rondom de boomgaard.



Alhoewel prachtig? De twee torens zijn het ziekenhuis van Triëst. Altijd handig om te weten.

Het uitzicht op de Golf van Triëst is inderdaad wat mooier, zeker met de ondergaande zon.


Aan het eind van deze drukke dag nemen we nog een aperitiefje op een terrasje in Muggia en daarna rijden we terug naar ons hotelletje in Triëst. Morgenochtend moeten we weer vroeg op voor een volgend kijkje in de keuken.

Monday, July 12, 2010

Friuli. Dag 13. Aquileia en Grado

Omdat het vandaag eigenlijk te warm is om in de stad te blijven, trekken we er met de auto (met airco) erop uit. Vandaag staan Aquileia en Grado op het programma.
Aquileia is al meer dan 2000 jaar oud en ligt op een klein uurtje rijden van Triëst. Op de kustweg richting het noorden worden we ingehaald door een auto die daarna voor ons gaat rijden en direct flink afremt. Wat een prutser denk ik nog en ik ga naar links om deze 'chauffeur' weer in te halen. Driftige armgebaren maken mij aan het twijfelen en ik rem weer af en om dat moment passeren we een paar agenten die bezig zijn met een snelheidscontrole. Met dank aan de onbekende automobilist rijden wij nu niet te hard.
In Aquileia zijn verschillende opgravingen te bezichtigen, maar de meeste aandacht trekt toch wel de Basiliek. In de basiliek zijn mooie mozaïeken blootgelegd en vanaf een glazen vloer kun je ze goed bekijken en ook mooie foto's van maken. Het enige nadeel is dat het zo te zien ook een favoriete schoolreisjesbestemming voor de lagere scholen is.




















Naast de basiliek staat ook een enorme toren en als je naar boven wilt klimmen moet je wel toegang betalen. Ik schat in dat het toch al gauw tien minuten klimmen is en ik sla dit keer dus maar over. Achteraf gezien een juiste keuze want het is nu ongeveer 11 uur 50.

Van Aquileia rijden we door naar Grado. Tussen het vaste land en Grado ligt een lagune en het ziet er een beetje uit als een waddeneiland, met één verschil, hier is een dijk die Grado met het vaste land verbindt. Ik ben even afgeleid door het mooie uitzicht en ik heb gemist hoe hard je hier mag rijden, ik rijd dus maar niet te snel en uiteindelijk arriveren we toch ook in Grado.
We willen eerst ergens in het centrum parkeren, maar de parkeermeters lusten de euro's erg graag, dus rijden we een stukje door waar de meters minder honger hebben. We moeten dan wel een stukje lopen, maar het is vandaag echt heerlijk weer, we hopen zelfs nog tijd over te hebben voor een bezoekje aan het strand.
Het is wel inmiddels lunchtijd en vlak naast een opgraving vinden we een lekker plekje.



































Best mooie stad eigenlijk, er staan ook voldoende oude, indrukwekkende gebouwen.
















Vlak bij het strand in onderstaande tekening in het marmer aangebracht. Staat hier voldoende informatie op om te weten waar ik nu precies sta?
















Al met al een mooie stad waar we veel langer rondlopen dat verwacht. Eigenlijk hebben we helemaal geen tijd meer om naar het strand te gaan. Bovendien is het best hard gaan waaien en het strand nodigt niet echt uit.
















Dus houden we nog wat tijd over om te shoppen en daarna rijden we terug naar Triëst.

Sunday, July 11, 2010

Friuli. Dag 12. Triest

Vandaag gaan we richting Triëst, slechts 100 km vanaf Feadis dus we hebben alle tijd om rustig aan te doen en de toeristische route te nemen. Onderweg stoppen we nog even in Gorizia, een plaats op de grens met Slovenië, maar die tussenstop was op deze ochtend nauwelijks de moeite.
We rijden dus door richting Triëst en al snel zien we in de verte de Golf van Triëst opdoemen, een mooi moment om even een stop in te lassen. En zo zoeken we in Duino een plaatsje voor de auto op een piep kleine parkeerplaats en wandelen we door het dorp op zoek naar een terrasje.
Als we na een uurtje weer terugkomen bij de parkeerplaats, is daar net een internationaal autoongeluk gebeurt. Het is niet helemaal duidelijk wat er gebeurt is, maar ik denk dat een Oostenrijkse auto de parkeerplaats in wilde, daar toen moest wachten omdat een Sloveense auto de parkeerplaats wilde verlaten. Een Italiaanse auto zag dat niet optijd en knalde op de Oostenrijkse auto die ook weer de Sloveense auto kraakte. Veel schade en veel bloed, dus het is wachten op de amblance en de politie. Het gevolg is wel dat twee auto's weggesleept moeten worden en dat de uitgang van de parkeerplaats voorlopig geblokkeerd is, dus wandelen we maar weer verder om nog een blik op de Golf van Triëst te werpen. Pas na een uur is de weg weer vrij en rijden we door naar Triëst.
Even ten noorden van Triëst zien we het Kasteel van Miramare liggen. Het kasteel is gebouwd in opdracht van Maximiliaan van Habsburg en is nu ingericht als museum. Omdat we toch in de buurt zijn, gaan we er een kijkje nemen. Dit kasteel staat niet boven op een berg, maar op een prachtige plaats aan de zee. Het levert in ieder geval mooie plaatjes op.

En zo vlak aan zee, kom je hier ook weer wat meeuwen tegen.
















Het kasteel heeft zelf ook een strandje en een klein haventje, maar aan de andere kant van de rotspunt is een wat grotere jachthaven met ook wat grotere scherpen.
















Maar we moeten hier niet te lang blijven rondhangen, anders is het donker voordat we in Triëst zijn. Dus rijden we door naar ons hotelletje in Triëst. Nadat Eva ons op een wat vreemde manier door de stad stuurt, vinden we toch ons hotel. Ons hotel staat aan weliswaar een smal straatje, maar dat blijkt later ongeveer de drukste straat van Triëst te zijn! Vlakbij het hotel is een smal pleintje waar we even de auto kunnen parkeren en onze spullen uit kunnen laden. De inmiddels ingeslagen flessen wijn mogen in de wijnkelder van het hotel worden opgeslagen. Als de sommelier er maar vanaf blijft!
Na het inchecken moeten we de auto ergens te zien parkeren. Op de webzijde van het hotel staat dat er een garage is voor de gasten, maar daar weet men hier niets van, maar er is wel voldoende parkeerplaats bij de haven. Bij de haven aangekomen is de parkeerplaats inderdaad groot, maar er zijn deze week festiviteiten gepland zodat de helft van de parkeerplaatsen niet gebruikt kan worden. Ook moet er met contant geld worden betaald en alhoewel het, voor Amsterdamse begrippen, niet eens zo duur is, gaat dat voor een hele week om heel wat muntjes. Gelukkig is onze vriendin Chiara goed bekend met de captain van de jachthaven hier en daar mogen we de rest van de week gratis onze Yaris parkeren.
En als je dan toch bij de haven bent kun je er ook wel wat foto's maken.




Zo de auto geparkeerd, nu kunnen we Triest gaan bekijken. Er zijn veel mooie steden in Italië, maar Triëst heeft wel iets extra's. Triëst ligt aan het water. Door de jachten, vissersboten, vrachtschepen en olietankers is altijd wel iets te zien en is het uitzicht over zee elke keer weer anders. De mooiste plek van Triëst is ongetwijfeld het Piazza dell'unita d'Italia.


Het is zelfs gelukt om in het donker van één van de gebouwen een redelijke foto te nemen.


Maar ook als je naar boven klimt, kun je op verschillende plaatsen heel mooi over de stad heen kijken en altijd is daar dan weer de zee.
Ja hier kunnen we het nog wel een paar dagen uithouden.

Sunday, July 04, 2010

Friuli. Dag 11. Gemona en Villa Manin

En we zijn alweer aan onze laatste dag toe in dit gedeelte van Friuli. We hopen dat ons volgende logeeradres net zo goed zal zijn als hier bij Toni en Paola in Casa del Grivo, maar voordat we daar aan toe zijn hebben we vandaag nog voldoende te doen.
We gaan eerst een bezoekje brengen aan Gemona. Als je niet beter weet is dit weer een gewoon italiaans stadje zoals er zo veel zijn in Italië, maar de geschiedenis heeft van Gemona een veel bekendere plaats gemaakt. Op 6 mei 1976 was Gemona het centrum van een aardbeving (6.5 op de schaal van Richter) waarbij bijna 1000 mensen het leven lieten. In de stad is een ruimte ingericht waar je foto's van de gevolgen kunt bekijken.
















Op de foto's zie je ook hoeveel schade de aardbeving heeft aangericht aan de meeste gebouwen.
We lopen verder richting de kerk waarvan op een foto te zien is dat de bijbehorende toren voor ongeveer de helft is ingestort. Al wonderlijk eigenlijk dat niet de hele toren is ingestort.
















Niet alleen de kerk ziet er weer onberipelijk uit, ook aan de toren is niet te zien dat 34 jaar geleden de aarbeving hier heeft huis gehouden.

Na deze indrukwekkende, maar ook wat trieste middag rijden we door naar Villa Manin waar vandaag een foodfestival is. Villa Manin is net zoals Villa Pisani, waar we vorig jaar geweest zijn, een villa gebouwd door de rijke kooplieden uit Venetië. Gelukkig zijn een aantal villa's in goede handen gekomen en kun je er nog een bezoek aan brengen.


Ook worden de villa's gebruikt voor verschillende festiviteiten zodat er nog wat geld overblijft om de gebouwen te onderhouden. Vandaag is hier een foodmarket. Een beetje vergelijkbaar met de Smaak van Italië in kasteel Haarzuilens, zijn er rond een groot grasveld een dertigtal tenten neergezet. In elke tent kan een dorp uit deze regio de producten laten zien waarom het dorp beroemd is. En gelukkig laten ze niet alleen de producten zien, voor 1, 3 of 5 euro kun je de producten ook kopen en proeven. In het midden van het grasveld staan tafeltjes en bankjes klaar waar je de hapjes op je gemak in de brandende zon kunt opeten. Gelukkig staat ook op het middentrein tenten zodat je ook een plekje in de schaduw kunt vinden.
Wat er niet staan, zijn afvalbakken. Er wordt verteld dat er voldoende vrijwilligers rondlopen die de gebruikte bordjes, vorkjes en servietjes op komen halen, maar ik heb er maar een paar gezien. Het gevolg is dat je erg veel mensen, met handen vol afval, vertwijfeld rond ziet kijken: 'Waar zijn de afvalbakken?'. Uiteindelijk zet iedereen het afval dan maar weer op tafel. Dat gaat goed totdat de wind wat harder gaat waaien, waardoor al het afval her en der op het gras komt te liggen.

We hebben heel wat verschillende hapjes geproefd en ook onze ogen uitgekeken naar de verschillende manieren waarop je een en ander kunt bereiden. Zoals de lamsrackjes op onderstaande foto worden gegrild had ik nog nooit gezien.

Ook Triest is vertegenwoordigd op dit festijn en laat dat nu net de stad zijn waar we morgen naar toe gaan.

Saturday, July 03, 2010

Friuli. Dag 10. Een kijkje in de keuken.

Iedereen weet natuurlijk dat Italië het land is van het mooie weer, lekker eten en lekker drinken. Een echt vakantieland dus. Als we hier zijn, krijgen we soms een mogelijkheid om een kijkje in de keuken van het lekkere eten en drinken te nemen. Al eerder hebben we deze vakantie een bezoekje gebracht aan een kaasmakerij in Ovaro en een hammetjesfabriek in Sauris en vandaag gaan wij langs bij twee wijnboeren en één grappa producent. We beginnen bij de grappa producent Domenis in Cividale. Ten minste het officiële adres is in Cividale, maar vanuit Cividale is het toch nog wel een paar kilometer rijden.







Cristina Domenis leidt ons rond en bij de belangrijkste plek van de destileerderij praat ze honderd uit over grappa en alles wat daar bij hoort. Wat mij opvalt is dat bijna elk onderdeeltje is verzegeld om te voorkomen dat er alcohol buiten de volumemeter van de overheid om wordt geproduceerd. Alles om maar geen accijnsen te verliezen. Omdat het nog wat vroeg is en de lichtste grappa toch al 40% alcohol bevat, proeven we niets, maar krijgen een flesje mee om thuis te proberen.
  


Na dit bezoek aan Domenis gaan we verder richting de wijboer Rodaro. Ook dit is vlakbij Cividale, namelijk Spessa di Cividale. Het kost wat moeite om de 'hacienda' te vinden, maar uiteindelijk lukt het ons. Toen we de eerste keer er voorbij reden hebben we zeker niet goed opgelet. Maar zo'n mobiele telefoon is dan toch best handig.
Omdat wij op vakantie zijn en dus geen haast hebben, nemen we plaats in de 4wheel drive van signor Gianni Rodaro en rijden we langs de verschillende wijngaarden op de behoorlijk steile hellingen in de buurt.


Bij één van de wijgaarden is er in een huis een klein, niet openbaar museumpje ingericht. De kamer met de oude apparatuur is mijn favoriet.

Alhoewel de kamer met al deze gevulde wijnvaten natuurlijk ook niet verkeerd is.


Gelukkig eindigen we hier wel met het proeven van een paar van de wijntjes en van de lekkerste nemen we een paar flesjes mee.
De dag is nog niet voorbij en we rijden door naar de wijnproducent Colutta. Ook die is niet zover weg en we zijn mooi op tijd voor onze afspraak.
Ook hier weer een kelder gevuld met grote houten vaten, vol met wijn die ligt te wachten om in een fles te worden gestopt.

Deze wijnboer probeert zo 'groen' mogelijk te werken. De flessen zijn ietsjes dunner, dat scheelt weer materiaal en transportkosten, kurken worden recycled en weer hergebruikt als kurk in de wijnfles.
Op dak van de fabriek zijn zonnecellen gemonteerd en daar zijn ze erg trots op. Op een bord kun je de stand van zaken zien. Ik lees onderstaand bord alsof de huidige productie 4,36 W(att) is. Ik vind dat niet zo heel veel en ik snap eigenlijk niet waarom ze zo trots zijn.



Ter controle neem ik bij vertrek nog een foto en dan wordt me het allemaal ietsjes, misschien hebben we vandaag toch teveel wijn geproeft, duidelijker.




De tijd tussen deze twee foto's is ongeveer 1,5 uur. Er is dan 6kWh geproduceerd, dat is een gemiddelde van 4kW per uur. Ik denk dat ze op het bord bij het bovenste getal een 'k' zijn vergeten. Maar zoveel maakt dat ook weer niet uit, de wijn is in ieder geval erg lekker.