Friday, January 30, 2015

Terug naar koude Amsterdam.

Normaal kan ik een heel blog stukje vullen met de terugreis, dit jaar gaat dat niet lukken. Binnen 1,5 uur waren we op het vliegveld. Het toestel onderweg naar Gatwick maakte op St.Lucia een tussenlanding en omdat de meeste passagiers al aan boord waren, ging het allemaal super vlotjes. Dus geen rijen bij inchecken, douane en security, wat een verademing. De vlucht naar London verliep zo vlotjes dat we boven Zuid-Engeland nog een rondje moesten maken. De aansluitende vlucht naar Amsterdam ging ook snel, zo snel dat we bij de gate nog moesten wachten op de man met de tafeltennisbatjes. Meer was er niet te melden, dus vul ik dit stukje maar aan met wat andere aspecten van deze vakantie.
Zijn er veel verschillen tussen St.Lucia en Barbados? Dat valt eigenlijk wel mee. Het grootste verschil is dat er op St.Lucia een grote jachthaven is in Rodney Bay. Zo een jachthaven is een flinke bron van inkomsten en heeft daardoor veel invloed op het Noord-Westelijke deel van St.Lucia. Een dorp als Rodney Bay vind je op Barbados niet, maar bv. Speightstown op Barbados lijkt best wel veel op Anse la Raye op St.Lucia. Het grootste verschil voor ons was dat onze B&B in Rodney Bay stond en daardoor is ons beeld misschien een beetje vertekend.
Verder zie je op beide eilanden weinig echte armoede en lijkt iedereen wel wat te profiteren van het toerisme. Barbados is redelijk vlak en daardoor kun je je wat sneller verplaatsen. Een rondje eiland op St.Lucia kost je zeker een volle dag terwijl je op Barbados na een rondje nog voldoende tijd voor een strandje hebt.
Van St.Lucia hebben we eigenlijk nog maar een klein deel gezien. Aan de zuid kant van het eiland zijn we helemaal niet geweest en de Oost-kant, de Atlantische kant is ook nog geheel onbekend voor ons. Gelukkig hebben we de Atlantische kant nog een beetje kunnen bekijken omdat daar de snelste weg naar het vliegveld ligt. En Wendell stopt nog even voor een fotoshoot.















En nu ik toch nog voldoende ruimte heb, kan ik hier ook wel wat vertellen over de culinaire versnaperingen die we hier hebben ervaren. Nu gaan we al niet voor de culinaire hoogstandjes naar het caribisch gebied, maar een biertje met ijblokjes (omdat de koelkast stuk is) en een rietje is toch wel het hoogte/dieptepunt.


Op Barbados hebben we een paar keer gegeten bij de Fishermans Pub & Grub. Een bord eten met vis of vlees, wat groenten en rijst en een brok mac&cheese. Simpel, lekker en niet duur. Kijk hier wel uit met de rumpunch, want daar zit maar heel weinig punch in.
Bij Island Plates was er een speciale italiaanse avond, maar omdat we de avond ervoor hadden verteld over onze italiaanse connecties, had de kokkin uitgepakt met een traditionele curry. Eén met vis en één vegetarisch. Want pasta koken voor een italiaanse durfde ze eigenlijk niet.
Op St.Lucia waren de restaurants wat meer aan de toerist aangepast en dus ook wat duurder dan op Barbados. Indiaas, Chinees, Italiaans, Spaans, Thais, etc. een ruime keus en allemaal vlak bij elkaar in Rodney Bay. De lokale keuken is daardoor ver te zoeken in dit gedeelte van het eiland, maar voor de verwende toerist is het wel zo makkelijk.

Sunday, January 18, 2015

St. Lucia.

Dus nog een paar dagen St.Lucia. Om een beetje mobiel te zijn, gaan we eerst maar onze huurauto ophalen. We hebben geregeld dat we de auto op kunnen halen bij een hotel op slechts een paar minuten lopen van The White House Inn. Dan zien we meteen iets van de buurt en zo lopen we eerst langs de ambassade van Cuba en daarna die van Taiwan. Tussen al die auto's met een CD kenteken valt onze Suzuki een beetje uit de toon.
We zitten in Rodney Bay, in het noord-westen van het eiland en vlakbij de jachthaven. Deze jachthaven is de finishplaats van de ARC (Atlantic Rally for Cruisers) een 'race' voor zeilbootjes met als starthaven Las Palmas. In totaal doen er zo een 200 boten mee en een groot deel hiervan loopt deze week de haven van Rodney Bay binnen en dan levert een gezellig druk sfeertje in de marina. Alhoewel het aantal parkeerplaatsen voor de boten en de auto's wat beperkt lijkt. Een aantal boten blijft dan ook voor anker liggen of gaan na een paar dagen op zoek naar een rustiger plekje. En zo zien wij één van de deelnemers weer het ruime sop kiezen, op weg naar Marigot Bay.


We blijven natuurlijk niet alleen maar in Rodney Bay, we willen ook de rest van het eiland verkennen. Dat valt overigens niet mee, want de wegen zijn hier wel goed, maar door de vele bochten en hoogteverschillen schiet je niet echt op. Zeker niet aan de westkant van het eiland. En zo wordt een bezoekje aan Marigot Bay dan al snel een dagtocht. Zeker omdat onze navigator ons in Castries ook nog een beetje de verkeerde kant op stuurt. Blijkbaar reden we toen echt een onveilige kant op, want iemand dwong ons tot stoppen om ons te vertellen dat we toch beter de andere kant op moesten gaan. In ieder geval was Marigot Bay wel de moeite waard. Met een klein bootje word je van de parkeerplaats naar de landtong gebracht waar een aardig stukje strand ligt waar we het wel weer een paar uur kunnen uithouden.



Een paar dagen later gaan we richting La Soufriere, dat ligt nog een stukje verder dan Marigot Bay, dus misschien hadden we iets vroeger op moeten staan. We stoppen bovendien ook nog in Anse la Raye waar we zien hoe een vers gevangen tonijn in stukken wordt gehakt en direct verkocht wordt.















En dan snel door naar La Soufriere. Er schijnt hier van alles te doen te zijn, vulkanen, modderbaden, watervallen en natuurlijk de Pitons. De twee karakteristieke pieken van St.Lucia. Het lokale bier draagt hier de naam van deze pieken en als je zo een biertje wilt bestellen, helpt het als je de franse uitspraak volgt.

 

En omdat het toch net lunchtijd is, lopen we even binnen bij dit restaurantje met een mooi uitzicht op de baai van La Soufriere. 
 

































In de gids zien we dat er in de buurt een leuk strandje moet zijn. En met wat moeite vinden we het weggetje dat er naar toe gaat. En na 3 km hobbelen over een onverharde weg, vinden we het, inderdaad aardige strandje.


Dit is meteen ook het eerste strand waar we de strandstoelen met parasolletje met de creditcard hebben betaald. Omdat we nog zeker twee uur terug moeten rijden, we geen zin hebben om de hele weg in het donker te rijden, het hier om 6 uur 's avonds alweer donker is, laten we dit strandje om 4 uur al achter ons. De volgende keer komen we wel wat eerder.

Monday, January 05, 2015

Naar St.Lucia.

Na ruim een week op Barbados, wordt het weer tijd om verder te gaan: we gaan nog een paar dagen naar St.Lucia. St.Lucia is niet zo heel ver weg van Barbados, zo een 150 km, maar er is geen regelmatige ferrydienst tussen deze eilanden. Dus moeten we maar vliegen. Dus rijden we vroeg in de middag, na een laatste rondje zwembad naar het vliegveld waar we de auto vlotjes in kunnen leveren en na het inchecken nog tijd genoeg hebben om even wat te lunchen.
Nog even hoopte ik op een leuk klein toestel, maar we blijken te vliegen met een ATR 42-600, een twee-motorig propellor vliegtuig van Italiaans-Franse makelij met precies 50 zitplaatsen. We vliegen met Liat en die naam schijnt de afkorting te zijn van Late In Arrival/Take off en dat blijkt redelijk te kloppen. Er wordt, nauwelijks verstaanbaar gemeld dat we vertraging hebben omdat het toestel nog niet gearriveerd is en dat we om 18.30 meer infomatie zullen krijgen. En zo lopen we om 18.15 richting het toestel dat al minstens een uur op die plek staat te wachten.
Helaas is het al donker en veel meer dan de lampjes op de eilanden onder ons, zullen we niet zien. En na zeker wel 30 minuten vliegen, landen we op het vliegveld van St.Lucia. Het vliegveld klopt niet helemaal, want dit eiland van 50 bij 25 km heeft twee! vliegvelden. Het George F.L. Charles vliegveld bij Castries in het noorden en het Hewanorra International vliegveld bij Vieux Fort in het zuiden. Omdat we nu landen bij Castries en straks weer wegvliegen vanuit Hewanorra werd de autohuur een beetje te duur en we nemen nu dus maar een taxi naar onze accomodatie. Morgen halen we dan ergens wel een huurauto op.
Een klein vliegveld en een klein toestel en toch drie balies van de immigratie bezet, dus dat gaat nog best vlotjes. Onze koffers gaan nog vlotter en eentje zien we al staan, de andere dus nog niet. Alle koffers zijn al van de lopende band af en toch zien we onze koffer niet. Doorlopen kan ook nog niet, want de douanebeambte bekijkt onze paspoorten. En dan neemt een andere passagier zijn grote koffer mee en zien we ook ons kleine rode koffertje staan. Dat is dan toch even fijn.
Zoals op elk vliegveld staan de taxi's al klaar en we zeggen dat we naar Rodney Bay moeten en vragen wat dat gaat kosten. De 25 US$ komt overeen met wat we gelezen hebben, dus stappen we maar in. We moeten naar The White House Inn, Cashew drive. De taxichauffeur heeft daar nog nooit van gehoord, ons printje van google-maps begrijpt hij ook niet, maar toch rijdt hij in één keer goed naar de Cashew Drive. We zijn het nummer even vergeten, maar in de volgende bocht zien we het bord staan.

 
Omdat het dus alweer donker was toen we aankwamen, zien we pas de volgende dag hoe leuk de Inn er van buiten uitziet. Omdat ik tussen al onze foto's geen enkele heb gevonden van de buitenkant, heb deze foto maar geleend van de webzijde van Sunlovers. De parkeerplaats voor de Inn is ruim voldoende voor twee auto's, tenzij iemand zijn auto natuurlijk precies in het midden parkeert. En dat niet één keer maar twee dagen achter elkaar! 




We worden ontzettend vriendelijk verwelkomd door Katerina en Wendell. Een fles bubbeltjes staat voor ons al koud in de koelkast en na een korte opfrisbeurt drinken we deze fles samen met de andere gasten op de patio leeg.

Thursday, January 01, 2015

Barbados.

We zitten dus op Barbados. We hebben een appartementje gehuurd op een complex waar nog tientallen andere appartementjes staan. Erg druk is het hier niet en dat is wel zo prettig. Naast het kleine zwembadje dat ik al heb laten zien, is er ook een iets grotere. Kortom een hele vervelende plek om nog de hele week te moeten blijven.


's Morgens zelf je ontbijtje maken, daarna de rest van de dag niets moeten en 's avonds met de auto op stap om ergens iets te gaan eten. En wat doe je dan op zo een dag?
Meestal rijden we wat rond op zoek naar iets dat de moeite waard is om beter bekeken te worden en omdat het links rijden een beetje verwarrend werkt op ons richtingsgevoel, raken we wel eens verdwaald en zo komen we tijdens de eerste rit al uit bij Archers Bay, dat dus veel dichter bij is dan we dachten. Het heet dan wel bay, maar is zeker geen plek om te zwemmen, maar wel leuk plekje om een foto van te maken.


Tussendoor moeten we natuurlijk even stoppen bij een ATM (flappentap) om wat echt Bajan dollars in onze zak te hebben. Een rondje supermarkt is ook altijd leuk en bij een self-catering apartement ook erg nuttig. Nu ik het toch over de Bajan dollars heb. In een ver geleden hadden we ooit eens American Express Traveler's Cheques gekocht (voor de jongeren onder mijn lezers, zie wikipedia). En dit jaar hebben we ze maar meegenomen om in te ruilen. Dus op zoek naar een bank. Bij de eerste bank willen ze de cheques alleen inruilen als we een rekening hebben, dus op zoek naar een volgende bank. In de hoofdstad Bridgetown zijn er verschillende, misschien maken we daar meer kans. Binnen gekomen zien we een rij van zo een 20 mensen voor 4 bemande balies. Dit eiland en de bewoners hebben wat engelse connecties, dus er is een nette rij gevormd. We sluiten aan en wachten af. Helaas neemt het aantal bemande balies af en sommige mensen hebben ook wel erg lang nodig, maar anderen komen alleen maar om geld te pinnen aan de balie. Uiteindelijk zijn we aan de beurt en nadat we alle cheques dubbel getekend hebben en het geld een paar keer geteld is, hebben we voorlopig lokaal geld genoeg op zak. Eens kijken of we het allemaal op kunnen maken. De rij achter ons is intussen en mede dankzij ons alleen maar gegroeid en er staan nu zeker 30 mensen in de rij. Misschien een tip voor al die overbodige baliemedewerkers bij de nederlandse banken?
Naast al deze praktische zaken hebben we ook nog wat tijd voor cultuur. Op dit eiland is altijd veel suikerriet verbouwd en daar werd en wordt rum van gemaakt. Een oude rummakerij is als museum ingericht en we gaan maar eens een kijkje nemen. Omdat we op vakantie zijn, letten we nauwekijks meer op de tijd en daardoor staan we ruim voor openingstijd bij de St.Nicolas Abbey. We zijn dus de eersten en we bekijken de gebouwen en de stokerij op ons gemak. We mogen zelfs nog even aan de rum proeven en die smaakt helemaal niet verkeerd.


Het hoofdgebouw is als museum ingericht en ons valt in ieder geval het Delftsblauwe bord op.

 
Geen idee hoe dat hier terecht gekomen is en navragen bij iemand van het personeel brengt ons niet verder.
En als we dan heel erg moe zijn van al deze activiteiten, zoeken we een rustig strandje op om eens helemaal tot rust te komen. Dit ritme houden we nog wel een weekje vol.