Monday, January 05, 2015

Naar St.Lucia.

Na ruim een week op Barbados, wordt het weer tijd om verder te gaan: we gaan nog een paar dagen naar St.Lucia. St.Lucia is niet zo heel ver weg van Barbados, zo een 150 km, maar er is geen regelmatige ferrydienst tussen deze eilanden. Dus moeten we maar vliegen. Dus rijden we vroeg in de middag, na een laatste rondje zwembad naar het vliegveld waar we de auto vlotjes in kunnen leveren en na het inchecken nog tijd genoeg hebben om even wat te lunchen.
Nog even hoopte ik op een leuk klein toestel, maar we blijken te vliegen met een ATR 42-600, een twee-motorig propellor vliegtuig van Italiaans-Franse makelij met precies 50 zitplaatsen. We vliegen met Liat en die naam schijnt de afkorting te zijn van Late In Arrival/Take off en dat blijkt redelijk te kloppen. Er wordt, nauwelijks verstaanbaar gemeld dat we vertraging hebben omdat het toestel nog niet gearriveerd is en dat we om 18.30 meer infomatie zullen krijgen. En zo lopen we om 18.15 richting het toestel dat al minstens een uur op die plek staat te wachten.
Helaas is het al donker en veel meer dan de lampjes op de eilanden onder ons, zullen we niet zien. En na zeker wel 30 minuten vliegen, landen we op het vliegveld van St.Lucia. Het vliegveld klopt niet helemaal, want dit eiland van 50 bij 25 km heeft twee! vliegvelden. Het George F.L. Charles vliegveld bij Castries in het noorden en het Hewanorra International vliegveld bij Vieux Fort in het zuiden. Omdat we nu landen bij Castries en straks weer wegvliegen vanuit Hewanorra werd de autohuur een beetje te duur en we nemen nu dus maar een taxi naar onze accomodatie. Morgen halen we dan ergens wel een huurauto op.
Een klein vliegveld en een klein toestel en toch drie balies van de immigratie bezet, dus dat gaat nog best vlotjes. Onze koffers gaan nog vlotter en eentje zien we al staan, de andere dus nog niet. Alle koffers zijn al van de lopende band af en toch zien we onze koffer niet. Doorlopen kan ook nog niet, want de douanebeambte bekijkt onze paspoorten. En dan neemt een andere passagier zijn grote koffer mee en zien we ook ons kleine rode koffertje staan. Dat is dan toch even fijn.
Zoals op elk vliegveld staan de taxi's al klaar en we zeggen dat we naar Rodney Bay moeten en vragen wat dat gaat kosten. De 25 US$ komt overeen met wat we gelezen hebben, dus stappen we maar in. We moeten naar The White House Inn, Cashew drive. De taxichauffeur heeft daar nog nooit van gehoord, ons printje van google-maps begrijpt hij ook niet, maar toch rijdt hij in één keer goed naar de Cashew Drive. We zijn het nummer even vergeten, maar in de volgende bocht zien we het bord staan.

 
Omdat het dus alweer donker was toen we aankwamen, zien we pas de volgende dag hoe leuk de Inn er van buiten uitziet. Omdat ik tussen al onze foto's geen enkele heb gevonden van de buitenkant, heb deze foto maar geleend van de webzijde van Sunlovers. De parkeerplaats voor de Inn is ruim voldoende voor twee auto's, tenzij iemand zijn auto natuurlijk precies in het midden parkeert. En dat niet één keer maar twee dagen achter elkaar! 




We worden ontzettend vriendelijk verwelkomd door Katerina en Wendell. Een fles bubbeltjes staat voor ons al koud in de koelkast en na een korte opfrisbeurt drinken we deze fles samen met de andere gasten op de patio leeg.

No comments: