Na een ontbijtje op deze plek, kun je de andere steden bezoeken die ook aan het Comomeer liggen. Je kunt er natuurlijk met de auto naar toe rijden, maar de weg rond het meer is niet echt breed en de vele auto's en fietsers maken het rijden er niet leuker op. Dus een betere manier van vervoer is de boot. Er zijn een aantal langzame veerboten die een dienstregeling in stand houden, maar er is ook een snellere versie voor als je wat minder tijd hebt. En zo brengen wij bezoekjes aan Varenna,
Bellagio
en vanzelfsprekend ook Como.
In Como kun je ook nog met een kabelbaan naar Brunate, zodat je Como vanuit de hoogte kunt bekijken en fotograferen.
En omdat we toch vlakbij Zwitserland zitten, brengen we ook een bezoekje aan Lugano. In Lugano spreken ze ook Italiaans, maar toch is het heel goed te merken dat je hier niet meer in Italië bent. Het tempo ligt hier toch wel een stukje hoger dan aan de andere kant van de grens. En je kunt hier ook wat andere dingen kopen.
Als goede Nederlanders vullen we de benzinetank nog even tot het randje voordat we weer Italie in rijden.
Al met al een paar heerlijke dagen aan het Comomeer en gelukkig was er vlakbij (op loopafstand) ons hotel een klein, doch prima restaurant. De vader des huizes maakte heerlijke kazen, de ene zoon bereidde de lekkerste gerechten in de keuken en de andere zoon bracht de borden vol etenswaren naar het smalle balkonnetje, waar we met uitzicht op het Comomeer ervan konden genieten. De laatste avond kregen we nog een heerlijk kaasje mee voor ons ontbijtje.
En dan nu op naar Tosacana!
No comments:
Post a Comment