Monday, June 09, 2025

De terugreis

Ja ik weet het, we zijn alweer meer dan twee maanden thuis en een blogje over de terugreis had wel iets eerder gemogen. Maar ja, druk, druk, druk.

Begin april hebben we Anzio achter ons gelaten en zijn weer richting het noorden gereden. Omdat we van te voren al bedacht hadden dat we niet zo heel vroeg zouden vertrekken en we ook ook nog in Piemonte wat bezoekjes moeten afleggen, gaan we over de terugreis acht dagen doen waarvan vijf dagen in de auto. Dat is dus ongeveer 400-500 km per dag en dat moet lukken met maximaal vijf uurtjes per dag achter het stuur. De opleukfoto mag nu natuurlijk ook niet ontbreken.

Vroeg opstaan hebben we in vier maanden maar één keer gedaan en dat is meer dan genoeg, dus op deze eerste reisdag zijn we op de normale tijd opgestaan. Dan moet er nog een heleboel worden opgeruimd en ingepakt. Bovendien moet alle zooi verplaatst worden naar de auto en moeten we natuurlijk ook nog afscheid nemen van de landlord en -lady. Kortom we rijden niet echt vroeg weg. De eerste stop is gepland bij mama, want daar blijft een deel van de zooi achter. Niet alles hoeft naar Amsterdam. En heel toevallig komen we dan net rond lunchtijd bij mama aan en een bordje pasta is zo gekookt en zo opgegeten. Dat scheelt straks weer zoeken naar een restaurant.

Deze eerste dag was dus een relatief kort ritje, na nog geen 300 km arriveren we bij ons hotel in Venturina Terme. Terme klinkt hoopgevend en inderdaad het hotel heeft een binnen- en buitenzwembad. Het buitenzwembad wordt op dit moment nog gevuld en we kunnen dus alleen een beetje ronddobberen in het binnenzwembad. Met een watertemperatuur van ruim 30 graden is dat best lekker. Na het zwemmen zijn we wel toe aan een aperitivo (daar zijn we inmiddels wel aan gewend) en het hotel heeft gelukkig ook een restaurant. Dus lekker eten met daarbij een wijntje, want ik hoef morgen pas weer achter het stuur te kruipen.











De volgende dag begint natuurlijk met een ontbijtje en daarna rijden we snel verder. Vandaag is Piemonte ons doel en dat betekent dat we richting Genua rijden. We rijden ook nog langs de Cinque Terre, maar vanaf de snelweg zien we daar weinig van. Tanken langs de snelweg is altijd wat duur en omdat we toch ook voor de lunch de snelweg gaan verlaten, stellen we de lunch voor de auto maar uit tot na onze eigen lunch. We kiezen uiteindelijk voor een restaurant in Zoagli. La Bettola is zeker de moeite waard om een beetje voor om te rijden. Waar we alleen niet aan gedacht hebben, is dat de kuststrook hier tussen de Ligurische zee en de Apennijnen best smal is en daardoor behoorlijk steil. Dit lunchuitstapje kost dan behoorlijk wat tijd, maar levert wel mooie plaatjes op.

Na onze lunch dus op zoek naar een plekje om ook onze auto iets te eten te geven. En dat zoeken valt nog wat tegen, maar met behulp van google lukt het ons. De mindere bereikbaarheid van dit gebied vertaalt zich ook in de benzineprijzen en ik denk dat we uiteindelijk zeker wel één euro hebben bespaard ten opzichte van een tankstop langs de snelweg.

En dan nu verder richting Piemonte. De route is eigenlijk simpel, iets voorbij Genua moeten we rechtsaf. Tot aan Genua is het mooi weer, maar best wel druk op de weg. Rond Genua zijn er veel tunnels en wegwerkzaamheden en we zijn blij als we inderdaad rechtsaf kunnen. Piemonte is een leuke regio om te rijden: niet al te druk en goede wegen die soms alle kanten op lijken te gaan. Gelukkig helpt de navigatie ons aardig de goede weg en ook nog de goede richting te kiezen. Later horen we dat het vandaag behoorlijk slecht weer is geweest, maar de regenwolkjes zijn vertrokken zodra ze ons zagen. We arriveren mooi op tijd bij ons hotel Villa Chiara in Canelli. We hebben een hotel ongeveer midden in het centrum. Normaal levert dat altijd wat problemen op om de auto te parkeren maar dit hotel heeft in de binnentuin een ruime parkeerplaats.











Door corona en onze overwinteringen zijn we een paar jaar niet in Piemonte geweest en vandaar hebben we dus deze tussenstop van drie dagen ingelast. We zitten in Canelli, maar we moeten vandaag een bezoekje brengen aan onze wijnboervrienden in La Morra. Dat is slecht een uurtje rijden en zoals gezegd het rijdt erg relaxed in Piemonte. Wel kost het wat moeite om de tolwegen te vermijden, maar ook dat is uiteindelijk gelukt. Dus vandaag lunch bij Azienda Agricola Marrone

Na de lunch weer uurtje terugrijden. Voordeel van de lunch bij Marrone is dat we in de avond kunnen volstaan met een uitgebreide aperitivo in de cocktailbar in Canelli.

Na een dagje Canelli en omstreken hebben we weer een lunch in La Morra geregeld. Dit keer bij restaurant Fontanazza. Heerlijk buiten op terras, heerlijk eten en uitzicht op centrum van La Morra.


Na de lunch weer uurtje terug rijden en tussendoor even tanken bij de Conad. Net als in Frankrijk hebben veel supermarkten ook een bijhorend benzinestation.

Onze drie dagen in Piemonte zitten er weer op en we gaan richting Frankrijk. We kunnen kiezen tussen de Frejustunnel en de Mont Blanc tunnel en omdat we nog nooit door de Mont Blanc zijn gereden, valt de keuze op deze tunnel.

Echt vlak (de laatste bocht) voor de tunnel nog wel even lunchen. Ik heb een schnitzel van ongeveer een m2, best wel lekker, maar het is wel duidelijk dat we Italie bijna hebben verlaten.

Een paar kilometer na de lunch sluiten we aan in de rij om de tol voor de Mont Blanc tunnel te betalen. Er staan slechts een paar auto's voor ons, maar het betalen gaat niet erg snel. En na 55,80 euri mogen we doorrijden. Een aardig bedrag, maar bv. vrachtauto's mogen meer dan 400 euri aftikken voor een enkele reis. 














Aan de noordkant van de tunnel staat een behoorlijke rij auto's, gelukkig gaan we dus de goede kant op. Voordeel van de Mont Blanc tunnel is dat we zo de drukte bij Lyon ontlopen en we rijden nu tot Dijon wat oostelijker dan de A6 (de Autoroute du Soleil) en dat scheelt ook weer wat drukte op de weg.

We hebben een hotel in Bourg-en-Bresse geboekt en het kost wat moeite om de ingang van het hotel te vinden, maar met een extra rondje van de zaak lukt het toch. Het hotel is er eentje van de Best Western keten, maar dit hotel zou beter passen in de Worst Western keten. Deze staat nu dus op lijstje 'nooit meer'. Voor het mooie uitzicht en riante douche hoef je hier niet te stoppen.












De volgende dag weer verder, we hebben een hotel geboekt in Villers Semeuse. We gaan dus terug niet via Luxemburg maar langs Troyes en Reims. Deze route is ook redelijk rustig.










Met een volle tank zouden we dat precies moeten halen. Dus de rest van de dag houd ik me bezig met het aantal nog te rijden kilometers en het, volgens de boordcomputer, aantal nog te kunnen rijden kilometers. Het wordt krap, maar het moet kunnen. En dan missen we de laatste afslag bij Villers en precies op dat moment begint het lampje van de lege benzinetank te branden. De eerstvolgende mogelijkheid om de snelweg te verlaten is pas over 5 km en de weg gaat ook nog behoorlijk steil omhoog en ik heb geen idee hoeveel liter benzine er nog is wanneer dat lampje gaat branden. Maar goed we halen het Ibis hotel en morgen gaan we wel op zoek naar pompstation. Mocht je met electrische auto op stap zijn, bij het hotel zijn meerdere laadpalen beschikbaar. Nu eerst maar een lekker biertje en daarna hapje eten.

Ook het ontbijt is goed, alleen worden we een beetje zenuwachtig van de dame van het hotel. Ze is continu bezig met opruimen en aanvullen van de voorraden. Op zich niet verkeerd (zeker niet dat laatste), maar om nu alle broodkruimels die op de grond liggen met een natte vinger op te rapen, gaat toch wat ver. Ik hoop maar dat ze ook regelmatig haar handen wast.

Nu eerst maar even de auto voorzien van wat brandstof, het benzinetank lampje brandt nog steeds, maar volgens google is er een benzinestation op 1,5 km, dat zou toch moeten lukken. We zien al snel de benzinepomp, maar het vinden van de ingang is een stuk lastiger. Zo lastig dat we op een bepaald moment compleet de verkeerde kant oprijden. Gelukkig is het mogelijk om min of meer legaal een u-bochtje te maken en dan kunnen we een nieuwe poging wagen. Het blijkt een benzinepomp te zijn die eigenlijk van de supermarkt is en dat betekent dat je eerst de parkeerplaats van de supermarkt in moet rijden en bij het verlaten van dat parkeerterrein rijd je langs de ingang van de pomp. Op zich niet heel stom bedacht, maar je moet het wel even weten.

Dus met volle maag en tank rijden we verder. We rijden richting Charleroi en voor Charleroi is er een stuk van zo een 10 km 2-baans en ook druk en dat schiet dus niet op. Bij een eventueel volgende keer maar eens kijken of er een alternatieve route is om voorbij Charleroi te komen. Waarschijnlijk maakt dat allemaal niet veel uit en daarna moeten we ook over de ring van Brussel en Antwerpen. 


Bij Brussel is er ook nog een ongeluk gebeurd en al met al hebben we op deze laatste dag behoorlijk wat vertraging. Voor de lunch is het meestal leuker om de snelweg te verlaten en zo rijden we op goed geluk Mechelen in op zoek naar een restaurantje. Nu blijken ze in Mechelen goed te hebben nagedacht over een verkeerscirculatieplan en het rondrijden lukt aardig. Het vinden van een parkeerplaats of een restaurant wordt al een stuk moeilijker en de combinatie van beiden lijkt niet te bestaan. Dus besluiten we maar weer richting snelweg te gaan en uiteindelijk bij Waarloos iets te gaan eten. Waarloos lijkt wel erg op Waardeloos, maar dat valt gelukkig mee. 

Daarna dus weer verder, de laatste loodjes. Ringweg Antwerpen is natuurlijk weer gezellig druk en in Nederland zijn er ook heel veel auto's onderweg. Ook valt het op dat de ANWB-borden er wel heel slecht uit zien.

Tot de ring van Amsterdam gaat het nog redelijk, maar de ringweg zelf staat stil. Nou ja de auto's op de ringweg staan stil. Gelukkig kunnen we op tijd de snelweg verlaten en gaan meteen maar even wat boodschappen bij appie doen. Daarna kunnen we binnendoor naar huis rijden.

Zo komt er een eind aan ruim vier maanden (130 dagen) vakantie of beter gezegd overwintering. In totaal 6929 km in de auto afgelegd en ruim 330 liter benzine verbruikt. 

Voorlopig zijn we nu weer een paar maanden in Amsterdam. En omdat beelden meer zeggen dan woorden:




Monday, February 24, 2025

Anzio

We zijn dus in Anzio, inmiddels alweer meer dan 12 weken en we weten nog niet wanneer we weer richting Nederland gaan.

Anzio is een plaats met ca. 60.000 inwoners in de provincie Roma in de regio Lazio. In het Latijn heette het hier Antium maar dat is lang geleden. In die tijd zijn hier ook de latere keizers Caligula (31 augustus 12) en Nero (15 december 37) geboren. Belangrijkste datum in de geschiedenis is echter 22 januari 1944. Toen zijn de geallieerde troepen hier aan land gekomen, deze invasie staat bekend onder de naam 'Operatie Shingle' en de daarop volgende strijd heeft tot 5 juni geduurd. In deze periode zijn ongeveer (exacte aantal is niet bekend) 14.000 doden gevallen. Twee jaar geleden heb ik al eens foto's geplaatst van de Amerikaanse (Nettuno) en Britse (Anzio) begraafplaatsen. Dat was wel op facebook op 4 mei 2023. Wat mij toen opviel is dat de Amerikaanse begraafplaats tot in de puntjes verzorgd wordt en dat de Britse (Gemene Best) er wat verwaarloosd bij ligt, maar beiden zijn erg indrukwekkend.

Twee jaar geleden waren we een paar maanden in Nettuno en alhoewel Nettuno en Anzio tegen elkaar aangegroeid zijn, zijn er toch ook wel duidelijke verschillen. Er zijn natuurlijk ook overeenkomsten. Zo is het bij mooi weer heerlijk op het strand.

Het grootste verschil tussen Nettuno en Anzio is wel de kwaliteit van het wegdek. Waar in Nettuno de wegen soms redelijk zijn, maar meestel slecht, zijn de wegen in Anzio meestal redelijk en soms slecht. Op de weg van Anzio naar Nettuno (of andersom natuurlijk) zie je dat verschil heel duidelijk, net bij het bord 'Welkom in Nettuno' of het bord 'Welkom in Anzio' verandert de kwaliteit aanzienlijk. Wel lijkt er nu in Nettuno iets meer onderhoud gepleegd te worden met als resultaat af en toe een heel stuk nieuw asfalt waar we in Anzio alleen maar zien dat de ergste gaten opgevuld worden. Dus wie weet hoe het asfalt er over een jaar bijligt.

Net als in Nettuno moeten we hier ook het afval in vijf verschillende stromen scheiden: glas, papier, plastic en metaal, GFT en overig. Wel wordt het afval hier opgehaald volgens een vast schema: op maandag, woensdag en vrijdag het GFT afval, op dinsdag en vrijdag het plastic/metaal, op woensdag ook het papier, op vrijdag ook het glas en op woensdag ook de rest. En omdat statiegeld hier nog een volkomen onbekend begrip is (leve Europa!) is de afvalstroom behoorlijk groot. Wel lijkt de stroom iets kleiner dan twee jaar geleden, maar nog steeds wordt er veel overbodig plastic en papier gebruikt voor de dagelijkse boodschappen. Wij zijn met onze herbruikbare (AH) tassen een redelijke uitzondering en de meeste mensen proppen de boodschappen in de dunne plastic zakjes (soms nog minder dan éénmalig) die je bij de kassa kunt kopen. Voor de plastic zakjes bij de groente/fruit betaal je standaard twee cent, ook als je ze niet gebruikt. Op die manier is er natuurlijk geen enkele reden om herbruikbare zakjes voor groente/fruit te gaan gebruiken (leve Europa!). De Conad heeft wel een herbruikbare tas (made in Vietnam) met een best handige feature om de flessen overeind te houden. Ik heb hier op de foto toevallig 2 flessen wijn gebruikt voor de demo, maar met melkflessen schijnt het ook te werken.



 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het afval wordt dus opgehaald, maar omdat we in een nogal smalle straat wonen, is de vuilniswagen van het type mini en onze afvalbakken zijn dus van hetzelfde type. 












Nadeel voor ons is dat we wel erg vaak een bak 's avonds aan de straatkant moeten zetten (en de volgende dag weer moeten ophalen), nadeel voor de vuilnisman is dat hij/zij alle bakken met de hand moeten legen. Wel parkeert bijna iedereen strak langs de stoeprand.

Twee jaar geleden was onze vaste supermarkt de Panorama in Nettuno, vorig jaar gingen we elke keer naar de Conad in Vasto en dit jaar kunnen we kiezen tussen de Conad in Anzio en onze vertrouwde Panorama. Beide supermarkten hebben een zelfscankassa, maar die bij de Conad is in combinatie met zo een hypergevoelige weegschaal. Bovendien mag je er geen gebruik van maken als je een karretje hebt (geen idee waarom). Bij de Panorama vinden ze het weer niet leuk als je de spullen niet een voor een uit het karretje haalt. Bij beide supermarkten hebben we een klantenkaart, maar bij de Conad mag je de streepjescode alleen scannen vanaf het echte plastic pasje (geen idee waarom), bij Panorama mag je die gelukkig wel laten scannen vanaf het scherm van je foon. Beide supermarkten hebben een dag met korting voor klanten ouder dan 65. Op maandag bij de Conad en op dinsdag bij Panorama. Op deze dagen moet je dus niet daar gaan shoppen. Een heel goed moment in zondagmiddag na de lunch, de parkeergarage is dan redelijk leeg. Maar samengevat: Een bezoekje aan de supermarkt is in beide plaatsen een uitdaging.

 

En gelukkig is er nog een overeenkomst: zowel in Nettuno als in Anzio zijn er voldoende goede restaurants, maar daarover een volgende keer.

Friday, December 20, 2024

Overwinteren 3. Anzio. De heenreis.

De twee voorgaande overwinteren zijn, om verschillende redenen, niet helemaal geworden wat we er van verwachtten, maar drie maal is scheepsrecht. Dus op naar Italiё.

En natuurlijk niet vergeten de opleukfoto te plaatsen. Dit is Chicca, de poes waar mijn schoonmoeder bij in mag wonen en waar we de komende winter regelmatig op zullen bezoek gaan. In ruil voor de inwoning moet mama Chicca wel voorzien van voer en ook regelmatig de deur open doen om Chicca op stap te laten gaan of juist weer binnen te laten.

Dit jaar hebben we iets gevonden in Anzio en de afstand is slechts 1800 km, dus dat wordt weer drie dagen in de auto zitten. ☹ We hebben de route in ongeveer drie gelijke delen geknipt en dus liggen er op deze zaterdag 600 km voor de wielen. De bestemming is Epinal in Frankrijk. Binnen twee kilometer hebben we al de eerste vertraging: de ringweg is wat moeilijk bereikbaar. Door een omleiding rijden op ons stukje plotseling veel meer auto's en de verkeerslichten zijn daar helaas niet op voorbereid. De volgende vertraging komt niet veel later. De A2 is gestremd. Dus we kiezen voor een kleine omweg in de hoop de vertraging te beperken. Dus afslag Breukelen en dwars door Portengen en langs kasteel Haarzuilens. Om van de A12 weer de A2 op te komen was nog even spannend maar ook dat lukte.

Omdat we dus maar 600 km hoeven te rijden, hebben we tijd om een iets langere lunchpauze te nemen. Dat doen we deze keer in een restaurantje in Luik. Het is weer tijd voor de luikse gehaktbal met frietjes oftwel een Le boulet liegeoise.

Helaas moeten we het biertje of glaasje wijn overslaan, maar dat lijkt toch veiliger voor het vervolg van de rit.

Direct na de lunch moeten we beslissen om verder langs de Maas door Luik te rijden of toch via de snelweg eromheen. Volgens google is er omheen verstandiger. Al snel daarna kunnen we tanken in Luxemburg: We blijven ten slotte deels Nederlander. De literprijs is 1,48 en dan is het weer jammer dat onze auto niet zo veel ruimte heeft om een grote voorraad benzine op te slaan.

Nadeel van in december rijden, niet al te vroeg vertrekken en iets langere lunch is dat de laatste twee uur in het donker gaan. Bovendien is de snelweg ook nog op en is het behoorlijk mistig. Omdat de weg ook nog bochtig is, moet je soms afremmen omdat je niet meer ziet waar de weg heen gaat. Gelukkig is het niet heel rustig en dan kun je proberen de (achterlichten van de) voorliggers niet uit het oog te verliezen door iets harder te gaan rijden. Niet echt leuk rijden, maar wel Epinal gehaald.

Het hotel is niet heel goedkoop, maar dan heb je wel het voordeel van een prima kamer, lekkere douche, goed restaurant en ook een prima ontbijt. 

De volgende ochtend blijkt de auto onder een mooi laagje ijs te zitten. Natuurlijk heb ik wel een paar ijskrabbers in de auto, maar ik ben vergeten die op een goed bereikbare plaats te leggen. Ze zitten namelijk onder de bagageruimte.

Nu lijkt dat op deze foto geen probleem, maar dat was de foto VOOR het inpakken. Deze ruimte ziet er nu zo uit:

Maar gelukkig is het laagje ijs niet heel dik en lukt het de ramen schoon te krijgen met zo een rubberen wisser. En die ligt, gezien het gemiddelde Nederlandse weer natuurlijk wel binnen handbereik. We hebben vandaag wel de langste etappe voor de boeg en gelukkig rijden we redelijk op tijd weg.

De route van Epinal naar de Zwitserse grens bij Basel zag er op het pc scherm niet zo ingewikkeld uit en heb ik deze dus ook niet echt goed bekeken. Daardoor duurde het stuk naar Mulhouse veel langer dan verwacht en leken we de verkeerde kant op te rijden. Pas later gezien dat er twee mogelijkheden zijn. Of dwars door de Vogezen of er omheen. Het verschil is bijna 40 km, maar in tijd kosten beide opties ruim twee uur.  

Bij Basel is autootje ook wel toe aan een drankje en we gaan op zoek naar een pomp. Je zou toch denken dat met de benzine (en andere prijzen) in Zwitserland er hier voldoende benzinepompen zouden zijn. Maar dat valt tegen en ook hier helpt google ons. Ietsjes van de snelweg af, bij een LeClerq supermarkt, naast een McDonalds, dus die sanitaire stop is ook nog gelukt.

Zonder echte vertraging zijn we in Zwitserland, wel goed op de toegestane maximum snelheden letten! Of dat in voldoende mate gelukt is, weten we pas over een tijdje. De Gotthard tunnel ging ook zonder vertraging en we zijn weer lekker opgewarmd. In de tunnel stijgt de temperatuur namelijk tot zo maar 30 graden. Na de Gotthard tijd voor de lunch en dus niet teveel op de prijzen letten. Bij het wegrijden bleek de temperatuur hier maar net boven 0 graden te zijn en we zijn heel blij met het kacheltje in de auto.

En dan zijn we eindelijk in Italie, fijn druk op de ringweg rond Milaan en daarna die kaarsrechte weg op richting Bologna. En ook vandaag weer de laatste twee uur in het donker en helaas ook weer in de mist. Maar goed dat deze weg helemaal zonder bochten is. Bovendien worden we gelukkig ook nog ingehaald door een flixbus, die rijdt lekker door en de achterkant lijkt te bestaan uit alleen maar lampjes. Dat volgt best makkelijk en zo halen we ook weer veilig onze overnachtingsplek. We overnachten wederom in Praticello en we zijn ook nog mooi op tijd om om acht uur aan te schuiven bij restaurant Mori e Ballabeni (inmiddels ook een vaste plek) voor een heerlijk bord bigoli en een soepje met cappelletti.

En zo beginnen we aan de derde en laatste etappe. De ijslaag is een stuk dikker, maar je kunt nog meer doen met een creditcard dan alleen de tol betalen. 

Verder richting Bologna en op tijd rechtsaf richting Florence. Direct na het rechtsaf slaan volgen de tunnels elkaar in rap tempo op, maar het schiet wel lekker op. Vandaag kiezen we als lunchlocatie een wegrestaurant op de parkeerplaats langs de snelweg. Meestal niet de beste plek, maar we willen ook niet te laat aankomen in Anzio. De lunch van vandaag valt ontzettend mee, alleen zouden ze ook halve porties op de kaart moeten zetten. Dus na de lunch richting Anzio voor het laatste stukje. Op de ring rond Rome komen we natuurlijk in de file terecht, zou er een moment zijn dat er geen file op de GRA (Grande Raccordo Annulare) staat? 

We hopen na het verlaten van de GRA de files achter ons gelaten te hebben, maar op de Pontina (de SS148) blijkt dat niet het geval. Zelfs op de Nettunense (SR207) blijft het druk. Nog maar net voor het donker arriveren we op de plaats van bestemming (Viale del Colle di Santa Teresa), best wel moe na bijna 30 uur rijden. Gelukkig komt Annarita (de eigenaar) aan met een schaal vers gekookte pasta amatriciana en zwagerlief had gisteren al wat andere dingen gebracht waaronder een fles witte wijn die al in de koelkast stond. 😀

Kortom: lekker eten, douchen en het bed opmaken en slapen. Morgen gaan we de koffers wel uitpakken.

Sunday, May 19, 2024

Het eten

Vaak heb ik als laatste blog over een vakantie een samenvatting van al onze restaurantbezoekjes en dit jaar is dat ook weer gelukt.

Hier in Vasto hebben we niet zo vaak buiten de deur een cappucino gedronken, dat kwam omdat we geen koffieshop echt in de buurt hadden. Maar soms is het wel gelukt en dan ook nog in het zonnetje.



























De lunch was meestal ook thuis in de keuken, met de verse pizze, pane, salume en formaggi van de supermarkt en soms de mozzarella van de speciaalzaak. Ook een keertje sushi geprobeerd, maar die viel erg tegen, alhoewel het er wel lekker uitzag.


Abruzzo is het land van de zwijnen en bij de meeste restaurants kun je flink aan het vlees. 

Onze favoriet was Dalla Padella alla Brace en het gegrilde vlees was daar heerlijk. Ook de hoeveelheid vitamientjes in de vorm van wat groente was precies goed.


En ook bij Ristorante La Cascina hebben we een paar keer heerlijk gegeten. Technisch gesproken is dit trouwens in Molise en niet in Abruzzo. Zeker wel 200 meter over de grens!

Een Abruzzese vleesspecialiteit is de arrosticini. Stokjes gegrild vlees, vaak geserveerd in een stenen pot. En na afloop kun je mooi tellen hoeveel je er gegeten hebt.















De Adriatische zee is natuurlijk niet ver weg en de lokale vispecialiteit is de Brodetto. Een uiterst simpel recept, zoals zo vele Italiaanse recepten. Met neme een stenen schaal, bedekken de bodem met tomaten (wel in stukken snijden) en leggen daarop wat vissen. De vissen natuurlijk met kop en al maar wel schoongemaakt. Dan alles in de over en lekker gaar laten worden. De hele schaal op tafel en samen met een stuk gegrild brood lekker smullen.

Als alle vis op is, komt eigenlijk nog het lekkerste. Aan de overgebleven saus wordt nog spaghetti toegevoegd. Die spaghetti slurpen dan alle overgebleven smaken op en ik kan dan weer de spaghetti opslurpen. Eigenlijk dus eerst de secondo en dan de primo, maar het schijnt te mogen.

Dan is het alleen nog even het juiste restaurant zoeken om deze brodetto te maken. Overigens is het wel handig om bij het reserveren al door te geven dat je de brodetto wilt eten. We hebben helaas maar één keer de brodetto kunnen eten en dat was in een restaurant waar ze de hoofdprijs vroegen. 60 euri per persoon, terwijl er wel erg veel poon was gebruikt. En ook hier is de poon zeker niet de duurste vissoort. 

Een ander visrestaurant waar we positiever over zijn is RistoBar Histoniense. Bij onze eerste poging waren we vergeten te reserveren en het was al vol. Desondanks probeerde het personeel nog van alles om ergens een plekje voor ons te creёren, maar dat lukte helaas niet. De tweede keer natuurlijk wel gereserveerd en dat was geen verkeerde keus. Beetje frisjes in het restaurant, maar het eten was heerlijk. De volgende keer gaan we de brodetto proberen.

Verder de middag is het aperitivo time. Er zijn verschillende koffieshops in Vasto en na een grondig onderzoek zijn er twee favorieten over gebleven. En gelukkig twee, want Da Lino is op zondag dicht en Pannamore op maandag.

Da Lino













en Pannamore. Helaas geen chips, maar wel leuke kleurtjes (de broodjes).





Meestal namen we een spritz Aperol en een spritz Campari en daar krijg je dan ook wat hapjes bij. Die hapjes variёren per koffieshop. Bij veel van die koffieshops worden de hapjes ter plekke gemaakt in de keuken achter of naast de winkel en er is een regelmatige stroom van lekkere hapjes richting de vitrines in de winkel. De chips komt dan wel weer gewoon uit een zak en soms krijg je het zakje zelfs erbij. Dan weet je wel welk merk je bij de Conad moet kopen.


Het voordeel van een aperitivo bij de koffieshop is dat je meteen iets mee kunt nemen voor het toetje na het avondeten. De keuze is enorm en het kost toch wel enige tijd om de lekkerste te vinden, maar uiteindelijk is dat meestal wel gelukt.