Ja ik weet het, we zijn alweer meer dan twee maanden thuis en een blogje over de terugreis had wel iets eerder gemogen. Maar ja, druk, druk, druk.
Begin april hebben we Anzio achter ons gelaten en zijn weer richting het noorden gereden. Omdat we van te voren al bedacht hadden dat we niet zo heel vroeg zouden vertrekken en we ook ook nog in Piemonte wat bezoekjes moeten afleggen, gaan we over de terugreis acht dagen doen waarvan vijf dagen in de auto. Dat is dus ongeveer 400-500 km per dag en dat moet lukken met maximaal vijf uurtjes per dag achter het stuur. De opleukfoto mag nu natuurlijk ook niet ontbreken.
Vroeg opstaan hebben we in vier maanden maar één keer gedaan en dat is meer dan genoeg, dus op deze eerste reisdag zijn we op de normale tijd opgestaan. Dan moet er nog een heleboel worden opgeruimd en ingepakt. Bovendien moet alle zooi verplaatst worden naar de auto en moeten we natuurlijk ook nog afscheid nemen van de landlord en -lady. Kortom we rijden niet echt vroeg weg. De eerste stop is gepland bij mama, want daar blijft een deel van de zooi achter. Niet alles hoeft naar Amsterdam. En heel toevallig komen we dan net rond lunchtijd bij mama aan en een bordje pasta is zo gekookt en zo opgegeten. Dat scheelt straks weer zoeken naar een restaurant.
Deze eerste dag was dus een relatief kort ritje, na nog geen 300 km arriveren we bij ons hotel in Venturina Terme. Terme klinkt hoopgevend en inderdaad het hotel heeft een binnen- en buitenzwembad. Het buitenzwembad wordt op dit moment nog gevuld en we kunnen dus alleen een beetje ronddobberen in het binnenzwembad. Met een watertemperatuur van ruim 30 graden is dat best lekker. Na het zwemmen zijn we wel toe aan een aperitivo (daar zijn we inmiddels wel aan gewend) en het hotel heeft gelukkig ook een restaurant. Dus lekker eten met daarbij een wijntje, want ik hoef morgen pas weer achter het stuur te kruipen.
De volgende dag begint natuurlijk met een ontbijtje en daarna rijden we snel verder. Vandaag is Piemonte ons doel en dat betekent dat we richting Genua rijden. We rijden ook nog langs de Cinque Terre, maar vanaf de snelweg zien we daar weinig van. Tanken langs de snelweg is altijd wat duur en omdat we toch ook voor de lunch de snelweg gaan verlaten, stellen we de lunch voor de auto maar uit tot na onze eigen lunch. We kiezen uiteindelijk voor een restaurant in Zoagli. La Bettola is zeker de moeite waard om een beetje voor om te rijden. Waar we alleen niet aan gedacht hebben, is dat de kuststrook hier tussen de Ligurische zee en de Apennijnen best smal is en daardoor behoorlijk steil. Dit lunchuitstapje kost dan behoorlijk wat tijd, maar levert wel mooie plaatjes op.
Na onze lunch dus op zoek naar een plekje om ook onze auto iets te eten te geven. En dat zoeken valt nog wat tegen, maar met behulp van google lukt het ons. De mindere bereikbaarheid van dit gebied vertaalt zich ook in de benzineprijzen en ik denk dat we uiteindelijk zeker wel één euro hebben bespaard ten opzichte van een tankstop langs de snelweg.
En dan nu verder richting Piemonte. De route is eigenlijk simpel, iets voorbij Genua moeten we rechtsaf. Tot aan Genua is het mooi weer, maar best wel druk op de weg. Rond Genua zijn er veel tunnels en wegwerkzaamheden en we zijn blij als we inderdaad rechtsaf kunnen. Piemonte is een leuke regio om te rijden: niet al te druk en goede wegen die soms alle kanten op lijken te gaan. Gelukkig helpt de navigatie ons aardig de goede weg en ook nog de goede richting te kiezen. Later horen we dat het vandaag behoorlijk slecht weer is geweest, maar de regenwolkjes zijn vertrokken zodra ze ons zagen. We arriveren mooi op tijd bij ons hotel Villa Chiara in Canelli. We hebben een hotel ongeveer midden in het centrum. Normaal levert dat altijd wat problemen op om de auto te parkeren maar dit hotel heeft in de binnentuin een ruime parkeerplaats.
Door corona en onze overwinteringen zijn we een paar jaar niet in Piemonte geweest en vandaar hebben we dus deze tussenstop van drie dagen ingelast. We zitten in Canelli, maar we moeten vandaag een bezoekje brengen aan onze wijnboervrienden in La Morra. Dat is slecht een uurtje rijden en zoals gezegd het rijdt erg relaxed in Piemonte. Wel kost het wat moeite om de tolwegen te vermijden, maar ook dat is uiteindelijk gelukt. Dus vandaag lunch bij Azienda Agricola Marrone.
Na de lunch weer uurtje terugrijden. Voordeel van de lunch bij Marrone is dat we in de avond kunnen volstaan met een uitgebreide aperitivo in de cocktailbar in Canelli.
Na een dagje Canelli en omstreken hebben we weer een lunch in La Morra geregeld. Dit keer bij restaurant Fontanazza. Heerlijk buiten op terras, heerlijk eten en uitzicht op centrum van La Morra.
Na de lunch weer uurtje terug rijden en tussendoor even tanken bij de Conad. Net als in Frankrijk hebben veel supermarkten ook een bijhorend benzinestation.
Onze drie dagen in Piemonte zitten er weer op en we gaan richting Frankrijk. We kunnen kiezen tussen de Frejustunnel en de Mont Blanc tunnel en omdat we nog nooit door de Mont Blanc zijn gereden, valt de keuze op deze tunnel.
Echt vlak (de laatste bocht) voor de tunnel nog wel even lunchen. Ik heb een schnitzel van ongeveer een m2, best wel lekker, maar het is wel duidelijk dat we Italie bijna hebben verlaten.
Een paar kilometer na de lunch sluiten we aan in de rij om de tol voor de Mont Blanc tunnel te betalen. Er staan slechts een paar auto's voor ons, maar het betalen gaat niet erg snel. En na 55,80 euri mogen we doorrijden. Een aardig bedrag, maar bv. vrachtauto's mogen meer dan 400 euri aftikken voor een enkele reis.
Aan de noordkant van de tunnel staat een behoorlijke rij auto's, gelukkig gaan we dus de goede kant op. Voordeel van de Mont Blanc tunnel is dat we zo de drukte bij Lyon ontlopen en we rijden nu tot Dijon wat oostelijker dan de A6 (de Autoroute du Soleil) en dat scheelt ook weer wat drukte op de weg.
We hebben een hotel in Bourg-en-Bresse geboekt en het kost wat moeite om de ingang van het hotel te vinden, maar met een extra rondje van de zaak lukt het toch. Het hotel is er eentje van de Best Western keten, maar dit hotel zou beter passen in de Worst Western keten. Deze staat nu dus op lijstje 'nooit meer'. Voor het mooie uitzicht en riante douche hoef je hier niet te stoppen.
De volgende dag weer verder, we hebben een hotel geboekt in Villers Semeuse. We gaan dus terug niet via Luxemburg maar langs Troyes en Reims. Deze route is ook redelijk rustig.
Met een volle tank zouden we dat precies moeten halen. Dus de rest van de dag houd ik me bezig met het aantal nog te rijden kilometers en het, volgens de boordcomputer, aantal nog te kunnen rijden kilometers. Het wordt krap, maar het moet kunnen. En dan missen we de laatste afslag bij Villers en precies op dat moment begint het lampje van de lege benzinetank te branden. De eerstvolgende mogelijkheid om de snelweg te verlaten is pas over 5 km en de weg gaat ook nog behoorlijk steil omhoog en ik heb geen idee hoeveel liter benzine er nog is wanneer dat lampje gaat branden. Maar goed we halen het Ibis hotel en morgen gaan we wel op zoek naar pompstation. Mocht je met electrische auto op stap zijn, bij het hotel zijn meerdere laadpalen beschikbaar. Nu eerst maar een lekker biertje en daarna hapje eten.
Ook het ontbijt is goed, alleen worden we een beetje zenuwachtig van de dame van het hotel. Ze is continu bezig met opruimen en aanvullen van de voorraden. Op zich niet verkeerd (zeker niet dat laatste), maar om nu alle broodkruimels die op de grond liggen met een natte vinger op te rapen, gaat toch wat ver. Ik hoop maar dat ze ook regelmatig haar handen wast.
Nu eerst maar even de auto voorzien van wat brandstof, het benzinetank lampje brandt nog steeds, maar volgens google is er een benzinestation op 1,5 km, dat zou toch moeten lukken. We zien al snel de benzinepomp, maar het vinden van de ingang is een stuk lastiger. Zo lastig dat we op een bepaald moment compleet de verkeerde kant oprijden. Gelukkig is het mogelijk om min of meer legaal een u-bochtje te maken en dan kunnen we een nieuwe poging wagen. Het blijkt een benzinepomp te zijn die eigenlijk van de supermarkt is en dat betekent dat je eerst de parkeerplaats van de supermarkt in moet rijden en bij het verlaten van dat parkeerterrein rijd je langs de ingang van de pomp. Op zich niet heel stom bedacht, maar je moet het wel even weten.
Dus met volle maag en tank rijden we verder. We rijden richting Charleroi en voor Charleroi is er een stuk van zo een 10 km 2-baans en ook druk en dat schiet dus niet op. Bij een eventueel volgende keer maar eens kijken of er een alternatieve route is om voorbij Charleroi te komen. Waarschijnlijk maakt dat allemaal niet veel uit en daarna moeten we ook over de ring van Brussel en Antwerpen.
Bij Brussel is er ook nog een ongeluk gebeurd en al met al hebben we op deze laatste dag behoorlijk wat vertraging. Voor de lunch is het meestal leuker om de snelweg te verlaten en zo rijden we op goed geluk Mechelen in op zoek naar een restaurantje. Nu blijken ze in Mechelen goed te hebben nagedacht over een verkeerscirculatieplan en het rondrijden lukt aardig. Het vinden van een parkeerplaats of een restaurant wordt al een stuk moeilijker en de combinatie van beiden lijkt niet te bestaan. Dus besluiten we maar weer richting snelweg te gaan en uiteindelijk bij Waarloos iets te gaan eten. Waarloos lijkt wel erg op Waardeloos, maar dat valt gelukkig mee.
Daarna dus weer verder, de laatste loodjes. Ringweg Antwerpen is natuurlijk weer gezellig druk en in Nederland zijn er ook heel veel auto's onderweg. Ook valt het op dat de ANWB-borden er wel heel slecht uit zien.
Tot de ring van Amsterdam gaat het nog redelijk, maar de ringweg zelf staat stil. Nou ja de auto's op de ringweg staan stil. Gelukkig kunnen we op tijd de snelweg verlaten en gaan meteen maar even wat boodschappen bij appie doen. Daarna kunnen we binnendoor naar huis rijden.
Zo komt er een eind aan ruim vier maanden (130 dagen) vakantie of beter gezegd overwintering. In totaal 6929 km in de auto afgelegd en ruim 330 liter benzine verbruikt.
Voorlopig zijn we nu weer een paar maanden in Amsterdam. En omdat beelden meer zeggen dan woorden: