Goh mijn laatste blogje (dus voor deze) was van eind november 2021, hoog tijd voor een nieuwe. We gaan dit keer naar Italië en omdat we nogal veel spullen mee willen nemen, gaan we met de auto.
Het is eigenlijk altijd wel prettig om in het weekend over de snelwegen in Europa te suizen, omdat er dan weinig vrachtverkeer is, wat het rijden wat makkelijker maakt. Maar omdat we op zaterdag aan moeten komen in Rome en we ook niet al te lange dagen willen maken, vertrekken we op een donderdagochtend om ongeveer 10.23 uur richting het zuiden. Slechts een kleine 1700 km voor de boeg.
In Nederland gaat het allemaal wel redelijk. Ik geloof niet dat we ergens harder dan 100 km/h mochten rijden, dus 'sukkelen' we richting Luxemburg voor een eerste tankstop. Deze keer nemen we de route Maastricht, Luxemburg, Metz, Nancy, Colmar, Basel, Como, Milaan, Bologna, Florence, Arezzo en Rome. Omdat we geen winterbanden hebben, kunnen we eigenlijk niet door Duitsland en bovendien is deze route ongeveer de meest rechte lijn richting Rome en rijd ik ook liever in Frankrijk dan in Duitsland.
Omdat de auto misschien Luxemburg nog wel haalt, maar wijzelf niet, gaan we op zoek naar een plekje voor de lunch. Nu zijn we nooit zo heel enthousiast over de kwaliteit van het eten langs de snelweg en bovendien is de keuze in dit stuk van België beperkt. Het voordeel van Google maps is dan dat je op zoek kunt gaan naar een fatsoenlijk restaurant en dat kun je met diezelfde maps dan ook nog vinden. Dus lunchen we bij Le petit bistroquet ergens in Luik. Een lekker stukje vlees, salade en gloeiend hete friet.
En nu op weg naar Luxemburg om autootje ook eten te geven. Tot aan aan de Franse grens hebben we nog helemaal geen vertraging gehad, maar net over de grens nog voor Metz komen we in een aardige file terecht. De file blijkt ook nog een echte kijkersfile te zijn: aan de andere kant staat ergens een grote kraan opgesteld die blijkbaar iets gaat hijsen.
Het gevolg is natuurlijk wel dat we wat later op onze overnachtingsplek aankomen, maar gelukkig nog op tijd voor het eten. We logeren in Ban-de-Laveline bij Maison De Laveline. Er is ook een restaurant bij en dat is maar goed ook, want veel meer is hier in deze wereldstad niet.
De volgende ochtend, na een goed ontbijtje, vertrekken we richting Zwitserland. Al snel moeten we tol betalen voor de Maurice-Lemaire tunnel. Op het moment dat we de tunnel inrijden beslaan ongeveer alle ruiten van de auto en mijn eerste reactie is om de airco aan te zetten, maar het zit aan de buitenkant en voor de voor- en achterruit heb je dan meer aan de ruitenwissers. Voor de tunnel was het ongeveer twee graden en in de tunnel is het warmer en een stuk vochtiger.
Voor Zwitserland willen we nog even tanken en dat lukt uiteindelijk bij het vliegveld van Basel-Mulhouse-Freiburg (en dat is nog in Frankrijk), maar ik geloof dat ze hier al de Zwiterse benzine prijs hebben ingesteld. Bij de grens moeten we nog een vignet kopen. Vandaag staat er een aardige douanier buiten in de kou met pinapparaat en vignetten (wel al voor 2023). Ze plakt vignet ook direct op de juiste plaats. Allemaal heel vriendelijk, maar ik denk dat ze bang zijn dat je anders het vignet niet op de ruit plakt.
Dus snel door Zwitserland, een snelle lunch bij raststatte Gotthard Nord (waar de toiletten en douches wel ontzettend netjes en schoon zijn) rijden we door de Gotthard tunnel waar nauwelijks verkeer is en waar de temperatuur oploopt naar meer dan 25 graden. We hebben gereserveerd bij een B&b ergens in Poviglio en om daar te komen moeten we eerst nog even file rijden op de ring van Milaan en daarna ongeveer 130 km over de geweldig interessante snelweg Milaan-Bologna scheuren. Interessant omdat er op deze 130 km geen enkele bocht of heuveltje te bekennen is. Maar gelukkig is het al donker en zien we weinig van de vlakke Po-vlakte. Nadeel van het donker is wel dat je enigszins gestoord raakt van alle lampjes op alle auto's. Natuurlijk veel personenauto's met slecht afgestelde verlichting. En bij de vrachtauto's zie je alle variaties tussen een paar gloeiende spijkers tot aan enorme kerstbomen. Maar we arriveren veilig in Poviglio en kunnen gaan eten bij Mori e Ballabeni en dat was niet de eerste keer dat we daar waren. Het was wel de eerste keer in december.
De volgende ochtend rijden we het laatste stukje naar Rome. Het regent behoorlijk en samen met een wegversmalling van drie naar één baan, is dit een perfect recept voor een geweldige file. En met ons Nederlandse kenteken zijn we erg goed herkenbaar als buitenlanders en dan krijg je bij het ritsen weinig ruimte. Ook vandaag zoeken we een aardig restaurantje op om te lunchen en genieten van de eerste Italiaanse lunch.
En zo arriveren we net na zonsondergang in Rome of eigenlijk in Marino. Wat me wel weer opvalt aan Italië is dat er zo ontzettend veel auto's rondrijden en dat de kwaliteit van het wegdek vaak heel slecht is. En als er dan al een nieuw stukje asfalt ligt, ontbreken meestal de witte lijnen. Wel zo makkelijk, kun je rijden waar je wilt, alleen zie je in het donker weer minder goed waar de weg eindigt.
Morgen nog een klein stukje naar Nettuno en daar blijven we voorlopig.
No comments:
Post a Comment