Sunday, December 31, 2017

Cayman Brac

Omdat twee weken op één eiland wat teveel is, gaan we ook nog een weekje naar Cayman Brac, niet het kleinste van de drie Cayman Islands (dat is Little Cayman), maar wel het meest oostelijke eilandje.
We vliegen er naartoe met Cayman Airlines en we maken op de heenweg zelfs een tussenstop op Little Cayman. Dat is dus opstijgen naar zo een 2000 meter en dan alweer dalen om na een half uurtje op Little Cayman te landen. Wat luchtvracht uitladen (goed in de gaten houden of je je eigen koffer niet ziet), een passagiers erbij en door naar Cayman Brac. Dat is nog geen 7 minuten verder en we halen net de 1000 ft. We vlogen met een De Havilland 6 twin otter turboprop, van de 20 zitplaatsen is ongeveer de helft in gebruik, dus we hoeven niet lang te wachten op onze koffers en omdat het een binnenlandse vlucht is, zijn de douane formaliteiten nul.

















We worden opgewacht door iemand van het autoverhuurbedrijf en die rijdt voor ons uit naar onze cottage voor de komende week. Deze week rijden we in een Toyota FunCargo (in Europa heet het dan de Verso) en nu zit het stuur wel rechts, maar is de km-teller nu echt een km-teller en ook de snelheid staat nu in km/u. Wat na een paar minuten al direct opvalt: zo goed als geen verkeer (alleen die auto voor ons) en ook geen enkele roundabout en dat op een Engels eiland. Op de bumper zit een grappig staafje zodat je goed kunt zien waar de neus begint. Omdat het staafje in de lichtbundel van de koplamp staat, wordt deze ook nog verlicht.


Bij onze cottage hoort een niet-public stukje strand, met luxe stoelen, hangmatten, gazebo's etc. Verder is er geen zand en lijkt de zee aan de noordkant wat te wild om hier het water in te gaan, al is er een korte pier zodat je de ergste rotsen over kunt slaan. De kano zal de komende week, zeker door ons ook wel niet gebruikt gaan worden.
















We zitten ongeveer op het midden van het eiland en op ongeveer 10 km van het vliegveld vandaan en aan de andere kant is het ook nog 10 km tot aan de vuurtoren. Brac is het gaelic voor klif en het eiland heeft een aparte vorm. Het is een lang gerekte klif van bijna 50 meter hoog over ongeveer de volledige 20 km van het eiland. Een klif met steile zijkanten, beetje als een blokgolf (voor de lezers met enige natuurkundige kennis en kijk anders hieronder).


Verder is er bijna geen strand en het mooiste stukje is eigendom van het Beach resort (wel een toepasselijke naam). De grootste bezienswaardigheid is de vuurtoren en dat wil heel wat zeggen.















Omdat er dus bijna geen stranden zijn, zijn er in de rotsen gaten gehakt, zodat er min of meer een zwembad ontstaat. Als er dan ook nog een trap bij plaatst om er weer uit te komen, is het een prima plekje om een plonsje te doen of om een rondje te snorkelen.
















Als het weer wat onstuimiger is, dan is het minder geschikt om te gaan zwemmen.


Verder is het goed te merken dat kerstmis er weer aankomt (ik schrijf deze blog na de vakantie) en hier wordt flink uitgepakt om de tuintjes wat op te leuken. Het valt niet mee om hier mooie foto's van te maken, maar er zijn er een paar gelukt.









De prijzen op dit eiland zijn een stuk lager dan op Grand Cayman, hier eten we al voor ongeveer 10 euro per persoon en een biertje is hier de helft goedkoper. En in de supermarkt is ook een mogelijkheid om een warme hap eten mee te nemen of ter plekke op te eten. In de restaurants zie je ook nog de Engelse invloed: het restaurant mag geen bier verkopen, maar je mag gerust een biertje gaan halen in de kroeg ernaast. Of de barvrouw komt aan je tafeltje je bestelling opnemen. Dit hebben we ook al eerder op Tobago meegemaakt.
Het aantal restaurants is hier wat kleiner dan op Grand Cayman en noodgedwongen moesten we daarom vaker dan één keer naar hetzelfde restaurant.
Star Island. Helaas alleen link naar facebook pagina. Open van 7.00 tot 22.00. Prima eten voor normale prijs. Snelle service en zeker niet alleen voor de toeristen. De laatste lunch op dit eiland kostte ons 9 CI's.
Captain's table. Dinsdagavond tacos avond. Gelukkig alleen op dinsdag, want dit was een grote teleurstelling.
Pat's kitchen. Beetje vergelijkbaar met Star Island, maar net ietsjes minder, vandaar dat onze voorkeur bij Star lag.
Coral Isle. Op een 'whiteboard' op de parkeerplaats kun je al zien wat er vandaag op het men staat. Zeer eenvoudig ingericht, airco wordt op verzoek uitgezet en het eten is prima. Soms staat er zelfs 'Stewed turtle' op.
Asian kitchen. Het was een beetje onduidelijk of dit restaurant wel open was en het zag er ook niet erg uitnodigend uit, maar eten was goed en daar gaat het om.
En na een weekje gaan we weer richting Grand Cayman. Nu met een Saab 340 (Saab maakt ook vliegtuigen) en zonder tussenstop zijn we in 40 minuten weer op Grand Cayman. De taxichauffeuse 'Brown sugar' brengt ons naar ons hotelletje waar we nog een nachtje goed kunnen uitrusten en dan weer terug naar Nederland!

Wednesday, December 27, 2017

Grand Cayman

We zitten dus in de B&B Shangri-La (een van de weinigen op dit eiland) op Grand Cayman. Het leuke van deze B&B is dat je met alle gasten, min of meer tegelijk aan het ontbijt zit. Er zijn in totaal drie verschillende tafels en in deze ene week hebben we met Italianen (eigenlijk maar eentje), Nederlanders, Amerikanen (inwoners van de Verenigde Staten van Amerika), Engelsen, Canadezen, Duitsers, Finnen en Japanners zitten babbelen. Tips over stranden, restaurants en bezienswaardigheden vliegen over tafel en dat is elke keer weer een gezellige start van de dag.
Er is ook een mini zwembadje (niet zichtbaar) met bubbelbad (wel zichtbaar) en dat nodigt best uit voor een plonsje

maar als je overdag de keuze hebt uit dit:


is het zwembadje toch een beetje 2e keus.
Dean, de eigenaar, serveert elke dag vers fruit, een eiergerecht, worstjes, bacon en iets zoetigs, naast natuurlijk thee, koffie en verschillende sapjes. De acht ontbijtjes waren, op de worstjes en bacon na, elke dag weer verschillend! Lijkt me tijd worden voor een Shangri-La-receptenboek.




































Grand Cayman is best nog redelijk groot (197 km2), maar het aantal wegen is niet zo groot. Wel is de Britse invloed zichtbaar, het aantal roundabouts is ongeveer 10 en bij dat ene 'normale' kruispunt aan de westkant van West-Bay hoopt iedereen dat er heel snel eentje bijkomt. Op dat kruispunt moet iedereen aan iedereen voorrang verlenen en het lijkt erop dat de voorrang onderling geregeld moet worden in volgorde van aankomst. Dan is een roundabout toch makkelijker.
Heel veel is er niet te doen op dit eiland, maar een rondje over het hele eiland, inclusief East End kost wel een paar uurtjes. We rijden achter een toeristenbus vol met cruiseschip passagiers aan en zo weten we precies waar de plekken zijn waar we even moeten stoppen. Dan wachten we even totdat busje weer verder rijdt, maken wat foto's en rijden dan weer snel door om de bus stil te zien staan bij de volgende stop.
















De lunch bij dit rondje doen we uiteindelijk bij Rum Point, maar anders dan de naam doet vermoeden, neem ik een biertje om het eten weg te spoelen. Het uitzicht is niet verkeerd.














We gaan ook nog even kijken in Georgetown, de hoofdstad. Gelukkig op een dag dat er maar 2 cruiseschepen zijn afgemeerd. We vinden zelfs een plekje op een parkeerplaats, in ruil daarvoor moeten we wel net doen of we klanten zijn van die ene winkel. En Georgetown is ook niet veel meer dan een aaneenschakeling van winkeltjes waar de toeristen hun geld makkelijk uit kunnen geven. Net als in zoveel andere Caribische dorpjes zijn deze winkeltjes wel vrolijk gekleurd. Wij kunnen in ieder geval leuke plaatjes schieten en soms voelen we ons heel erg thuis.








Verder zijn er natuurlijk verschillende stranden, onze favoriet is uiteindelijk het strandje bij White Sands, voornamelijk omdat daar verder niemand is, Cemetery Beach is ook niet slecht, iets drukker met badgasten, maar de vaste bewoners zijn gelukkig erg stil. Gouvenour's Beach is veel drukker en biedt geen enkele schaduw. Al deze stranden zijn onderdeel van Seven Miles Beach (SMB op de kaarten en in de gidsen van het eiland). In werkelijkheid minder lang dan 7 miles, maar echt schitterend water om heerlijk in te zwemmen en te snorkelen. Zomaar wat foto's om een indruk te geven:





























Nadeel van een B&B is wel dat je elke avond op zoek moet naar een restaurant. Nu zijn er voldoende en alle restaurants die we geprobeerd hebben waren goed en zo ongeveer allemaal even duur. Prijzen zijn in CI (Cayman Islands Dollars) en als je met credit card afrekent wordt dit in US Dollars gedaan met vaste koers van 1.25. Met de US op 0.85 komt de CI dus uit op ongeveer 1.07 euro. De tip (gratuity) van 15% is al standaard toegevoegd (dat scheelt weer hoofdrekenen) en belasting doen ze hier niet aan. De volgende restaurants hebben we vereerd met een bezoekje:
Vivo. Zoals ze zelf zeggen: alternatief. Vegetarisch voert de boventoon, maar omdat de Lion fish (koraalduivel in goed Nederlands) schadelijk is voor het koraal, wordt deze hier ook geserveerd. Zo help je de natuur een handje. Plekje aan deze kant van het eiland is wat minder aantrekkelijk, veel wind en geen zandstrand. Maar Vivo maakt het zeker de moeite waard om hier toch even naar toe te gaan.
Rum Point (lunch op strand). Voor een eenvoudige lunch bij een strandtent zeker niet slecht. Lekkere frietjes en een super verse salade.
Catch. Staat niet als Italiaans restaurant in de boeken, maar de Italianen hebben hier een behoorlijk dikke vinger in de pasta. En als liefhebber van de Italiaanse keuken vind ik dat helemaal niet erg. Goed eten, het terras zou iets meer bescherming mogen bieden tegen de wind. En met drie restaurants op dit puntje van het eiland, is het even zoeken naar een parkeerplekje.
Alfresco's. In de buurt van Heritage Kitchen (zie verder), handig als je op het laatste moment nog van gedachten veranderd. Niet heel bijzonder, wel een mooi uitzicht over de zee. Alleen is het hier al om 18.00 donker, dus om van het uitzicht te genieten, moet je hier gaan lunchen.
Southern Spice. Een Indiaas restaurant zoals we ze ook in Nederland kennen. Snelle service, goed en pittig eten en niet heel erg duur. De airco zou iets minder hard aan mogen staan.
Coccoloba. Mexicaans restaurant. Restaurant zit vast aan een groot resort en daarom hebben we nog even getwijfeld of we hier wel moesten gaan eten. Maar het eten was zeker de moeite waard.
Heritage Kitchen. Hoe eenvoudig kan het zijn. Een paar houten keten bij elkaar. Het menu staat op een stuk schoolbord geschreven. Je bestelt bij de balie, je betaalt direct en zoekt dan een plekje aan een picknick tafel. Maar lekker eten en niet duur. Ook om af te halen!
Ragazzi. Op een zaterdagavond en dan valt het niet mee om hier op Grand Cayman een plekje te vinden om te gaan eten. Maar bij Ragazzi lukt het nog en daar zijn we blij mee. Snelle bediening en lekker eten en dat terwijl de zaak echt helemaal vol zit.
Pepper. Wel heel erg Amerikaans, maar goed dan kun je ook gewoon een cheeseburger met frietjes en biertje bestellen. Niet direct aan de kust, dus ook geen last van de wind.
Supermarkten (bv. Forsters of  Kirk). Een beetje vreemde eend in de bijt, maar het grootste deel van al onze lunches op Grand Cayman hebben we zelf gehaald bij verschillende supermarkten. Daar is namelijk een saladbar en een warme maaltijden bar. Je pakt een bakje (voor de salade een simpel plastic bakje en voor de warme maaltijd een iets dikker isolerend plastic iets) en schept deze vol uit een 10-20 tal verschillende bakken. Vlees, vis, sla, gekookte eieren, mais, uien, bieten, rijst, gebakken aardappelen, mac&cheese, olijven, groenten, tonijnsalade, aardappelsalade, etc. En je betaalt uiteindelijk per gewicht. Dus ons vaste schema: ontbijtje, lunch halen bij de supermarkt, naar het strand en tijdens lunchtijd het plastic bakje openen, apart bakje saus erover en smikkelen maar. Goede kwaliteit, heel betaalbaar, alleen de witte wijn ontbrak.
Al met al een prima eilandje om een weekje vakantie te vieren. Alleen de prijzen in de restaurants zouden iets lager mogen zijn. We zijn benieuwd wat het volgende eiland ons op gaat leveren.

Monday, December 18, 2017

Vakantie

Na jarenlang alleen maar met postbussen op de Kaaimaneilanden te hebben gecommuniceerd, vond ik het wel eens tijd worden voor een echt contact. En om maar meteen met de deur in huis te vallen: Het is gelukt! Ik heb ze gevonden.
 
 
Maar aan deze foto is nog wel iets vooraf gegaan. De heenreis bijvoorbeeld.
De Cayman Islands zijn nog steeds in Britse handen, dus een vlucht met British Airways lijkt het makkelijkst. Die vlucht vertrekt een paar keer per week om 9.45 vanaf Heathrow. Dus we hoeven alleen maar op tijd op Heathrow te zijn. En zo laat de wekker op een zondagochtend om 4.00 zijn vrolijke geluid horen en zijn we om 05.52 al voorbij de security en proberen we een ontbijtje weg te werken.

 
  
Het toestel zit, vreemd genoeg ook op dit tijdstip tsjokvol, maar we vertrekken toch mooi op tijd en ook nog richting het zuiden op de baan die het dichtst bij de pier ligt. Maar op Heathrow is het erg druk, dus we mogen nog even een extra rondje boven Chigwell (vlakbij London) vliegen voordat we mogen landen. En dan zijn de slurven ook nog op, dus worden we met een bus naar de terminal gebracht. Wel jammer dat de achteruitgang van het toestel niet werd gebruikt, want we zaten helemaal achterin.
We vertrekken op dezelfde terminal (5), maar moeten nog wel door de security en die is op Heathrow veel strenger dan op Schiphol en ook nog met treintje naar de juiste pier. Desondanks zijn we mooi op tijd en na het instappen maken we ons gereed voor een vlucht van 10 uur naar Nassau op de Bahama's waar we een tussenstop maken.
De tussenstop op Nassau is om een groot gedeelte van de passagiers uit te laten stappen, maar ook om de bemanning in te ruilen en er wordt ook nog een snelle schoonmaak gedaan. Al met al een stop van ongeveer 1,5 uur.
Er wordt wel wat turbulentie verwacht, maar dat zal wel meevallen, zegt de piloot. De turbulentie bleek toch wat heviger dan verwacht en de buien bleken ook precies boven het vliegveld van Georgetown op Grand Cayman te hangen. De al ingezette landing ging dus niet lukken, maar de piloten hadden hun handen vol en pas na een paar minuten vertelde de piloot dat het niet gelukt was, dat we even rondjes gingen draaien om de buien af te wachten en dat er voldoende brandstof aan boord was. Het wachten bleken maar twee rondjes te zijn, maar de landing ging nu wel westwaarts i.p.v. oostwaarts, maar dat vonden we niet zo erg.
Wat natuurlijk wel erg was, was dat die turbulentie veroorzakende regenbuien nog steeds boven het vliegveld hingen. Onderaan de trap stonden mensen klaar met paraplu's zodat je niet helemaal doorweekt zou zijn. Dat gold helaas niet voor onze koffers en één is duidelijk niet waterdicht. Misschien volgende keer toch maar laten sealen?
We stonden dus nog redelijk droog te wachten op onze koffers en we waren natuurlijk heel blij dat ze allebei de vlucht ook hadden gehaald en dus konden we op zoek naar onze huurauto. De stromende regen nodigde niet echt uit om de aankomsthal te verlaten, maar de auto komt vast niet vanzelf naar ons toe. Gelukkig zien we al snel de kantoortjes van de autoverhuurders, we weten dus waar we heen moeten. Helaas is de weg er naar toe niet echt overdekt, eigenlijk niet overdekt en de regen lijkt voorlopig niet te stoppen, dus dan maar nat worden. Na 100 m moeten we de straat oversteken en de straat ziet er uit als een snel stromende rivier. Na de eerste stap vanaf de stoep weet je dan ook direct dat je sokken niet droog blijven vandaag. Gelukkig kunnen we aan de overkant van de rivier wel verder onder een afdakje verder doorsoppen.
Het is wel lekker rustig, we hoeven niet in de rij te staan (best wel prettig, want doorweekt in een ijskoude valt een beetje tegen) en de formaliteiten (inclusief een rijbewijs voor de Cayman Islands à $20) zijn snel geregeld. Met een paraplu op gaat de medewerker onze auto opsporen. Al snel komt hij aanrijden met een Ford Edge en ik dacht dat we een klein autootje hadden gehuurd. Voordeel van zo een geval is wel dat je niet hoeft te passen en meten met je koffers, ze passen er makkelijk in. Wel zo makkelijk in deze stromende regen.


Ze rijden hier aan de linkerkant van de weg, het stuur in deze Ford zit rechts en dat maakt het er niet makkelijker op. Dat de straten inmiddels blank staan en het zicht naar buiten door de beslagen ramen niet best is, helpt ook nauwelijks. En toch lukt het ons om onze B&B (Shangri-La) voor de komende dagen te vinden!
Daar is verder niemand aanwezig, maar gelukkig wisten we dat we de Bamboo-kamer hebben en die weten we ook nog te vinden, het is zelfs de eerste kamer die we op de eerste etage zien. Toch wel enigszins gelukkig, want er zijn in totaal negen kamers en een paar daarvan zouden we deze avond echt niet hebben kunnen vinden.  De koffers slepen we naar boven, eerst maar douchen en dan naar bed en dan zien we morgen wel verder. Inmiddels zijn we 23 uur wakker en dat is wel weer genoeg.