Sunday, September 12, 2021

Op weg naar huis via Piemonte

En zo loopt deze vakantie ook alweer op zijn eind. We zitten nog steeds in Grado en de kortste weg naar huis is toch zo een 1350 km en dus doen we een kleine omweg via Piemonte. We hebben nu 1850 km voor de boeg. Dat lukt natuurlijk niet in één dag, we zijn tenslotte nog op vakantie en ook moeten we her en der een bezoekje brengen. Ik begin dan maar met een laatste blik op Grado:


Onze eerste afspraak is lunch met Gianni en we hebben afgesproken bij restaurant Locanda Castagna in Arzignano. 


Het is een maandag en veel restaurants zijn gesloten en dus zit dit restaurant aardig vol. Met een zeer gemêleerd gezelschap. Een familie die een verjaardag van oma viert, verschillende vertegenwoordigers die alleen aan een tafeltje zitten, een groep mannen die, zo te zien, net flink aan het graven zijn geweest. De menukaart wordt voorgelezen en dat is de eerste keer deze vakantie en gelukkig dreunt de ober de kaart voor mij nogmaals op. Het eten is overigens meer dan goed en met een volle maag gaan we weer verder.
Omdat er morgen nog wat kleren gekocht moeten worden bij Intrend in Boretto hebben we een overnachting bij een B&B in Brescello geregeld. De B&B heet 'Stazione Don Camillo' en misschien had de naam ons al moeen waarschuwen. Het is weliswaar een leuke B&B, maar het kijkt wel uit op het centraal station van Brescello. Gelukkig blijkt het wel een stil stationnetje te zijn.


Het is nog steeds maandag, dus een restaurant vinden dat open is deze avond valt niet mee. Waar zouden we zijn zonder google? Niet bij Il Berso in Sorbolo want dat zouden we nooit gevonden hebben. Tafeltjes onder een afdakje grenzend aan de tuin. Er zijn slechtere plekken te bedenken voor een hapje eten.


Wederom lekker eten alleen zit er een ontzettend irritante man een tafeltje verder. Ik versta gelukkig weinig van wat hij zegt, maar de manier waarop hij praat blijkbaar taalonafhankelijk. Het eten is trouwens best lekker, of had ik dat al gezegd?
De volgende dag dus eerst shoppen. We zijn hier al eerder geweest en na de eerste keer, een paar jaar geleden hebben we echt moeten zoeken naar een restaurantje. Maar nu weten we dus waar we moeten zijn. Bij Mori en Ballabeni dus. 


Ik kan natuurlijk weer gaan vertellen dat het eten lekker is en dat we hier vast nog wel vaker zullen terugkomen, maar misschien zeggen een paar foto's dan meer.

















En rijden we, wederom met een gevulde maag verder richting La Morra. Eerst nog een kleine 100 km over de A1. De A1 is de snelweg tussen Milaan en San Marino en heeft in die 350 km geen enkele bocht of iets anders interessants. Gelukkig mogen we bij Piacenza linksaf en dan zie je al snel de bergen in de verte weer opdoemen.
Een kleine tegenslag nog in de buurt van Alba. Een steen probeert zich door onze voorruit heen te boren, dat lukt gelukkig niet, maar er zit nu wel een mooie barst in de voorruit.
In La Morra overnachten we natuurlijk in onze vaste B&B. En dat doen we niet alleen voor het ontbijt


maar het zwembadje is ook wel lekker.


Lunchen doen we bij de familie Marrone en kopen er ook een paar flessen wijn.


en eten we pizza bij Per Bacco.



En daarna gaan we weer op huis aan.
Gezien het aantal flessen wijn in de auto laten we Zwitserland maar rechts liggen en gaan via Frankrijk. De Frejustunnel kost een paar euri, maar daardoor is het tussen Turijn en Lyon helemaal niet zo druk op de weg. En vergeleken met Duitsland (24), Italie (31) valt het aantal baustelle wel weer mee, namelijk slechts 6!.
De laatste overnachting van deze vakantie doen we in Nancy bij een Ibis hotel. Zo op het oog te weinig personeel en dan blijkt de koffiemachine bij het ontbijt ook nog zo ingewikkeld te zijn dat er eigenlijk iemand permanent naast moet staat om er een drinkbare cappuccino uit te persen. Dat helpt natuurlijk ook niet. 


En inmiddels ook een traditie, de laatste lunch van de vakantie bij The Lake View in Mechelen. En de naam klopt wel.


Ik eindig met de grappigste foto van de vakantie. Gewoon op een parkeerplaats in het middeleeuwse Strassoldo.



Sunday, September 05, 2021

Grado en omstreken

We zijn dus in Grado (provincie Gorizia) en dat ligt helemaal niet zo ver van Trieste vandaan. We blijven hier meer dan 10 dagen, dus we hebben tijd genoeg om van alles te gaan doen.
Wat eigenlijk direct opvalt is dat de voertaal hier Duits is. Of we zien er niet Italiaans genoeg uit (dat kan best natuurlijk) of het personeel in de restaurants kiest maar direct voor Duits, omdat dan de kans op succes het grootst is. Gelukkig wordt na ons eerste antwoord de voertaal wel weer Italiaans.
Het strand is afgesloten en is alleen open tussen 9.00 en 20.00. Er staat dan ook een groot hek omheen en je moet echt toegang betalen om het strand op te mogen. Er zijn een paar ingangen en daar kun je een toegangskaartje kopen. En verder staat er dus bij elke ingang iemand de hele dag te controleren of je inderdaad wel een kaartje hebt. Een voordeel hiervan is wel dat er bijna geen verkopers op het strand rondlopen en dat is ook wel prettig.Verder is het strand prima. Restaurantje voor de lunch, strandstoelen, parasols. Het strand loopt wel erg langzaam af. Met laag water moet je ongeveer 300 meter wandelen voordat je kunt zwemmen.

Hoog water

Laag water

Voor het opzoeken van de strandstoel nog even een bezoek aan het barretje met een kleurrijk uitzicht.



En we zijn niet alleen










Het parkeren in de stad is een redelijk drama, dat was overigens ook iets wat ik me nog herinnerde van 10 jaar geleden. Je moet wel parkeergeld betalen, maar zes euro per dag is verder nauwelijks een reden om niet met de auto te komen. In een weekend met goed strandweer staat het dus vol met auto's. Uiteindelijk vinden we op een zondag een plekje op één kilometer van ons appartementje, maar daar stonden we dan wel weer gratis. Je kunt tegenwoordig bij de betaalautomaat ook met creditcard betalen en dat kan dan ook voor vijf dagen vooruit en dat is wel zo makkelijk. Alleen gaat er dan toch iets mis:


Links het parkeerbonnetje vers uit de automaat, rechts na drie dagen achter de voorruit. Van het volgende bonnetje voor vier dagen hebben we toch maar een foto gemaakt.
Wat na een paar dagen ook begint op te vallen is de lage kwaliteit van de restaurants. Gelukkig hebben we wel een goed plekje gevonden voor ons ontbijtje (cappuccino met cornetto con la crema). Zoals altijd moeten we de eerste ochtend de cappuccino bestellen, de tweede ochtend staat het al bijna klaar en op de derde ochtend hoeven we alleen maar aan een tafeltje te gaan zitten. Wel jammer dat die ene ochtend onze croissant al was verkocht aan iemand anders. En natuurlijk moeten we niet vergeten te melden als we weer verder trekken.
Andere restaurants vallen behoorlijk tegen. Een spaghetti house waar de spaghetti zonder parmezaanse kaas wordt geserveerd! Op een opmerking van ons die 'torta della nonna' stelde ook niet veel voor, wordt gereageerd: 'o jammer'. Ook van andere restaurants lijkt het motto te zijn: 'Die toeristen proeven het toch niet en anders komen ze maar niet terug, genoeg anderen'. Als we dan eindelijk een goed restaurant gevonden hebben, is het moeilijk om daar dan maar niet elke avond naar toe te gaan. Dus voor lekker italiaans eten: Bistro Ratatouille.
Grado ligt aan een lagune en op een vrijdag gaan we een dagje varen. Er zijn twee tochtjes en die overlappen voor een deel, maar we doen ze allebei. Dus varen we een dagje rond.


De palen die in het water staan, zijn speciaal daar voor de meeuwen neergezet. De palen zijn rood of groen en zijn ook genummerd, zodat de meeuwen hun eigen paal makkelijk terug kunnen vinden.


In beide gevallen komen we langs Santuario di Barbana. Midden op een eilandje in de lagune staat een kerkje met wat gebouwen erom heen, waaronder een restaurantje. Bij onze eerste stop een lekkere cappuccino en bij de tweede stop een lekker biertje. Overigens de webzijde is ook in het Nederlands vertaald. 

We zijn natuurlijk niet alle dagen in Grado gebleven. We gaan een bezoekje brengen aan Strassoldo. We hebben gehoord dat er een kasteeltje is


en een restaurantje.

Alleen al voor dit restaurant zouden we wel in Strassoldo willen blijven. De frico (en die eet je dus in een fricheria) is de lokale specialiteit en zeker de moeite waard om eens te proberen.
En we gaan ook nog dagje naar Triest met op de heenweg een bezoekje aan een kerkje (San Giovanni in Tuba) dat bovenop een ondergrondse rivier is gebouwd. 


En door dat water groeit er van alles


Maar ook buiten de kerk is er voldoende water



En we zijn hier ook niet zo heel ver van de grens


Iets verderop komen we ook nog langs een kasteeltje. Dit is het kasteel 'Castello di Duino'. Het levert in ieder geval weer wat mooie plaatjes op.





En zo eindigen we toch nog in Trieste. We gaan hier eerst op bezoek bij een vriendin en die heeft toevallig een lunch voorbereid.



En verder blijft Trieste een mooie stad met een mooi plein

Uitzicht op zee


En een goed gevulde jachthaven













En zo eindigt ons verblijf aan deze kant van Italië na een kleine twee weken en gaan we weer op weg naar huis, maar wel via een kleine omweg.