Sunday, May 19, 2024

Het eten

Vaak heb ik als laatste blog over een vakantie een samenvatting van al onze restaurantbezoekjes en dit jaar is dat ook weer gelukt.

Hier in Vasto hebben we niet zo vaak buiten de deur een cappucino gedronken, dat kwam omdat we geen koffieshop echt in de buurt hadden. Maar soms is het wel gelukt en dan ook nog in het zonnetje.



























De lunch was meestal ook thuis in de keuken, met de verse pizze, pane, salume en formaggi van de supermarkt en soms de mozzarella van de speciaalzaak. Ook een keertje sushi geprobeerd, maar die viel erg tegen, alhoewel het er wel lekker uitzag.


Abruzzo is het land van de zwijnen en bij de meeste restaurants kun je flink aan het vlees. 

Onze favoriet was Dalla Padella alla Brace en het gegrilde vlees was daar heerlijk. Ook de hoeveelheid vitamientjes in de vorm van wat groente was precies goed.


En ook bij Ristorante La Cascina hebben we een paar keer heerlijk gegeten. Technisch gesproken is dit trouwens in Molise en niet in Abruzzo. Zeker wel 200 meter over de grens!

Een Abruzzese vleesspecialiteit is de arrosticini. Stokjes gegrild vlees, vaak geserveerd in een stenen pot. En na afloop kun je mooi tellen hoeveel je er gegeten hebt.















De Adriatische zee is natuurlijk niet ver weg en de lokale vispecialiteit is de Brodetto. Een uiterst simpel recept, zoals zo vele Italiaanse recepten. Met neme een stenen schaal, bedekken de bodem met tomaten (wel in stukken snijden) en leggen daarop wat vissen. De vissen natuurlijk met kop en al maar wel schoongemaakt. Dan alles in de over en lekker gaar laten worden. De hele schaal op tafel en samen met een stuk gegrild brood lekker smullen.

Als alle vis op is, komt eigenlijk nog het lekkerste. Aan de overgebleven saus wordt nog spaghetti toegevoegd. Die spaghetti slurpen dan alle overgebleven smaken op en ik kan dan weer de spaghetti opslurpen. Eigenlijk dus eerst de secondo en dan de primo, maar het schijnt te mogen.

Dan is het alleen nog even het juiste restaurant zoeken om deze brodetto te maken. Overigens is het wel handig om bij het reserveren al door te geven dat je de brodetto wilt eten. We hebben helaas maar één keer de brodetto kunnen eten en dat was in een restaurant waar ze de hoofdprijs vroegen. 60 euri per persoon, terwijl er wel erg veel poon was gebruikt. En ook hier is de poon zeker niet de duurste vissoort. 

Een ander visrestaurant waar we positiever over zijn is RistoBar Histoniense. Bij onze eerste poging waren we vergeten te reserveren en het was al vol. Desondanks probeerde het personeel nog van alles om ergens een plekje voor ons te creёren, maar dat lukte helaas niet. De tweede keer natuurlijk wel gereserveerd en dat was geen verkeerde keus. Beetje frisjes in het restaurant, maar het eten was heerlijk. De volgende keer gaan we de brodetto proberen.

Verder de middag is het aperitivo time. Er zijn verschillende koffieshops in Vasto en na een grondig onderzoek zijn er twee favorieten over gebleven. En gelukkig twee, want Da Lino is op zondag dicht en Pannamore op maandag.

Da Lino













en Pannamore. Helaas geen chips, maar wel leuke kleurtjes (de broodjes).





Meestal namen we een spritz Aperol en een spritz Campari en daar krijg je dan ook wat hapjes bij. Die hapjes variёren per koffieshop. Bij veel van die koffieshops worden de hapjes ter plekke gemaakt in de keuken achter of naast de winkel en er is een regelmatige stroom van lekkere hapjes richting de vitrines in de winkel. De chips komt dan wel weer gewoon uit een zak en soms krijg je het zakje zelfs erbij. Dan weet je wel welk merk je bij de Conad moet kopen.


Het voordeel van een aperitivo bij de koffieshop is dat je meteen iets mee kunt nemen voor het toetje na het avondeten. De keuze is enorm en het kost toch wel enige tijd om de lekkerste te vinden, maar uiteindelijk is dat meestal wel gelukt.









Wednesday, April 24, 2024

De terugreis

Sommige oplettende of minder oplettende lezers zullen zich wel afvragen of we nog steeds in Italiё zijn. Om maar direct antwoord te geven: We zijn alweer terug! Alweer bijna vier weken, maar het opruimen van vier maanden spullen/zooi kost nog veel meer tijd dan na een vakantie van een paar weken en ben ik dus nog niet eerder aan een blogje toegekomen.

Dus voorlopig even geen foto's meer als deze:

Rechtstreeks van Vasto naar Amsterdam is ruim 1700 km, maar we moeten even langs bij mama in Rome, dus het wordt ongeveer 2000 km. En dat in vier dagen!

De eerste dag is een korte etappe, zo kunnen we op ons gemak alle spullen naar de auto sjouwen en proberen alles erin te proppen. Dat lukt aardig en ik zie zelfs nog wat in de achteruitkijkspiegel.


En is de achterbank aardig gevuld.


Ook dag twee, op een zondag is relatief kort, we hebben namelijk gereserveerd bij Mori e Ballabeni en hebben ook maar de overnachting geregeld bij Agritusrismo Fattoria Marchesini, inderdaad dezelfde als op de heenweg. Maar het is een prima plekje voor een stop tijdens deze reis: redelijk vlak bij de snelweg (omweg van ongeveer 10 km), parkeerplekje vlak bij de kamer en prima ontbijt. Bovendien knippen we dat saaie stuk snelweg tussen Bologna en Milano in twee stukjes.

Een voordeel van zo een korte etappe is dat we dan ook nog voldoende tijd hebben om voor de lunch een restaurantje te zoeken dat wat beter is dan het gemiddelde wegrestaurant. Als chauffeur heb ik daar natuurlijk helemaal geen tijd voor, maar gelukkig rijden we met z'n tweeen. M.b.v. google maps wordt restaurantje gevonden, even bellen of ze wel open zijn en direct maar tafeltje reserveren. Wat kan er dan nog mis gaan? Welnu als je even (half uur) niet op let, kun je zomaar de afslag missen. En aangezien er hier niet zoveel afslagen zijn, zit er weinig anders op dan het eerste restaurant weer af te bellen en op zoek te gaan naar een andere.

Het enige dat dan nog kan tegenvallen is de route die we af moeten leggen, meestal kost het niet al teveel tijd, maar voor dit omrijdrestaurant Osteria Staccia Buratta was dat zomaar 10 km, al zag ik dat pas achteraf op de gps-track.

En verder kun je natuurlijk altijd nog iets bijzonders meemaken op de snelweg: Bij het passeren van een auto horen we een knal, net alsof er een steen op de voorruit is gekomen. Alle ruiten zijn nog heel en de auto lijkt ok. Bestuurder van andere auto doet veel moeite om ons te laten stoppen, maar omdat we toch vlakbij de afslag zijn, rijden we door. Vlak voor de tolpoortjes stoppen we naast die bestuurder om te vragen wat er aan de hand is. Dat gaat natuurlijk in rap Italiaans, dus ik versta er geen woord van. Was dit nu een poging om de onschuldige Nederlandse toerist te beroven? We weten het niet.

Nadeel van deze twee korte etappes is dat we dag drie en vier toch nog wat meer kilometers voor de wielen hebben en dan meteen maar de meeste op maandag. Deze derde etappe heeft alles in zich om veel vertraging op te lopen. Ringweg Milaan, Italiё uit (wegwerkzaamheden bij Como), Zwitserland in (de douane wil graag alles rustig kunnen bekijken), de Gotthard tunnel (vorig jaar twee uur vertraging) en Zwitserland uit. Maar het valt ontzettend mee, even één kilometer file bij Como, bij de Zwitserse grenzen alleen even langzaam rijden en bij de Gotthard tunnel konden we gewoon doorrijden. Ook het e-vignette voor Zwitserland blijkt prima te werken, dus geen plakkerige stickers meer!

Nadeel van Zwitserland blijven natuurlijk de prijzen. Een eenvoudige lunch voor 20 euri per persoon is normaal en bij de laatste cappuccino in Italiё, vlakbij Como bleken de Zwitserse prijzen ook geёxporteerd te worden. Wel konden we de tankstop in Zwitserland overslaan.

Onze navigator stuurt ons tussen Colmar en Nancy langs Selestat, even een stukje geen snelweg, maar dat is een leuke afwisseling na al die kilometers snelweg. Zelfs die langzame landbouwtrekker voor ons mag de pret niet drukken en die toltunnel kennen we nog van de heenweg.

En zo arriveren we mooi op tijd bij ons hotel in Nancy. We hebben wel vaker in Nancy overnacht en vlak bij de snelweg in de gemeente Laxou zitten hotels genoeg. Bij het inchecken krijgen we kamer 501 toegewezen en o ja, de lift doet het niet. Gelukkig ligt kamer 501 al op de 2e etage, maar waarom noem je die kamer dan 501? Parkeerplaats voor de voordeur, restaurantje op 115 m en redelijk ontbijt, dus weer prima plekje.

En dan blijft er nog een laatste etappe over, nog maar 520 km. Ons autootje heeft inmiddels wel dorst en we tanken dus nog in Nancy, dan hoeven we tenminste niet in Luxemburg te tanken, dat scheelt weer. Net op de snelweg staan we al snel stil, wat er precies aan de hand is weten we niet, maar de A31 is gestremd en misschien wel helemaal afgesloten. We moeten nog zeker één kilometer naar de volgende afslag en dat kost ons wel 10 minuten, maar daarna kunnen we vlotjes door wat Franse dorpjes scheuren en als we dan weer op de A31 rijden is het er helemaal niet druk.

Vandaag weer tijd genoeg om iets te zoeken voor de lunch en dat wordt Croc en Fagnes. Ernaast ligt L'Atelier du Théâtre du Pain, dus de lunch voor morgen is ook alweer deels geregeld. Bij Luik altijd weer de lastige keuze om door Luik of juist om Luik heen te rijden, maar dit keer lijkt onze keuze de juiste, al weet je dat natuurlijk nooit zeker.

Verder de gebruikelijke drukke wegen in Nederland, maar we komen veilig en toch een beetje vermoeid aan in Amsterdam.

De trieste aanblik van zo een lege warme koelkast:

Maar ook weer:

En op de terugweg werkte de GPS ontvanger van mijn foon weer goed samen met de software en zo heb ik een mooi plaatje van onze route.




Saturday, February 24, 2024

De pastafabriek


 

Eerst moet ik hier zeggen dat deze blog niet gesponsord is, al zou ik daar verder geen bezwaar tegen hebben. Als tweede natuurlijk de facebookopleukfoto.

 

Er zijn verschillende pastamerken in Italie maar ik ken er eigenlijk maar twee: Barilla en De Cecco. Nu wil het toeval, als toeval al bestaat, dat De Cecco hier uit Abruzzo komt en hier nog steeds het hoofdkantoor heeft en ook een/het productiebedrijf. En omdat het vandaag een zonnige dag belooft te worden, gaan we maar eens op zoek.

Na een leuke rit van ruim een uur komen we aan in Fara San Martino. Op zoek naar iets als een bezoekerscentrum om meer te weten te komen over het pasta maken in het algemeen en het bedrijf De Cecco in het bijzonder. Dat valt een beetje tegen, er is alleen een winkeltje.


 En in het winkeltje is ook een mini plekje met wat uitleg en verder natuurlijk wat reclame.




 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De vraag blijft dus waarom de familie De Cecco hier in 1831 begonnen is met het malen van de tarwe? Ik denk dat de aanwezigheid van koel helder water dat hier uit de bergen zo ongeveer door de achtertuin van de fabriek stroomt een belangrijke reden was.

Naast water is er vast ook wel tarwe nodig. Don Nicola De Cecco is natuurlijk begonnen met het malen van Italiaanse tarwe, maar nu komt de tarwe ook uit Californiё en Arizona. En dat wordt dagelijks in ruime hoeveelheden aangevoerd.

 

In 1889 heeft Filippo De Cecco een machine ontworpen voor het langzaam drogen van de pasta. Een procedé dat nu nog steeds wordt toegepast. Het droogproces duurt voor sommige pasta's wel 40 uur. Ik heb eigenlijk geen idee of dat langzaam is. Waarschijnlijk wel, want De Cecco is er apetrots op dat ze het zo langzaam doen. Lenta essiccazione = langzame droging. Overigens heb ik dit van de webzijde van De Cecco. Je kunt hier ook voor Nederland  kiezen bij 'Scegli il paese' om het in het nederlands te lezen.


Omdat het bezoekje aan de fabriek wat korter uitviel dat verwacht, hebben nog voldoende tijd om wat rond te wandelen. En ons autootje kon ook even gezellig bijpraten met zusje.

Verderop is ook nog het Monastero di San Martino in Valle.

 Het pad er naar toe is wat avontuurlijk 


  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er is hier geen mobiele ontvangst dus voorzichtig doen en niet vallen, want van de andere aanwezigen hoef je weinig hulp te verwachten.

Zelfs ons autootje voelde zich helemaal alleen.

Het monastero

We gaan ook nog even kijken bij een dorpje hier in de buurt. Civitella Messer Raimondo is een doodstil plaatsje waar de rust alleen regelmatig verstoord wordt door de kerkklokken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

En vanaf het dorpsplein kunnen we een laatste blik werpen op het De Cecco complex.